Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3532/98 van Konstantinos HATZIDAKIS aan de Commissie. Niet-naleving door Griekenland van de communautaire wetgeving inzake satellietcommunicatiediensten

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3532/98 van Konstantinos HATZIDAKIS aan de Commissie. Niet-naleving door Griekenland van de communautaire wetgeving inzake satellietcommunicatiediensten

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3532/98

van Konstantinos Hatzidakis (PPE) aan de Commissie

(25 november 1998)

Betreft: Niet-naleving door Griekenland van de communautaire wetgeving inzake satellietcommunicatiediensten

De Europese Commissie heeft de Griekse regering herhaaldelijk verzocht richtlijn 90/388/EEG(1), zoals gewijzigd door richtlijn 94/46/EEG(2), over de intrekking van alle maatregelen en bepalingen met betrekking tot de toekenning van bijzondere en uitsluitende rechten voor het verlenen van satellietdiensten in enige sector in nationaal recht om te zetten.

Op grond van deze richtlijnen zijn de lidstaten verplicht de Commissie hierover uiterlijk in augustus 1995 informatie te verstrekken.

Tot voor kort heeft Griekenland echter geen enkele maatregel getroffen die andere ondernemingen of instanties dan het staatstelecommunicatiebedrijf OTE in staat stelt om op Grieks grondgebied genoemde diensten te verlenen.

Kan de Commissie op grond van het bovenstaande meedelen of zij de Griekse regering reeds om opheldering hierover heeft gevraagd of voornemens is dit te doen, en of en in hoeverre zij van plan is gebruik te maken van artikel 169 van het EG-Verdrag om de zaak in geval van niet-tijdige naleving door Griekenland aanhangig te maken bij het Hof van Justitie?

Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie

(14 januari 1999)

Het is de Commissie bekend dat Griekenland zijn verplichting tot volledige omzetting van artikel 2, lid 2, eerste alinea van Richtlijn 90/388/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 94/46/EG, wat de verschaffing van satellietdiensten en satellietnetwerkdiensten betreft niet is nagekomen en de desbetreffende maatregelen niet in de praktijk heeft toegepast. De Commissie heeft daarom op 15 mei 1998 een formele aanmaning aan de Griekse autoriteiten gezonden.

De Griekse autoriteiten antwoordden bij schrijven van 2 juli 1998, waarin zij de Commissie in kennis stelden van de goedkeuring van de ministeriële besluiten nrs. 61646/98, 61647/98 en 62087/98. Deze besluiten hebben betrekking op de tarieven die gelden voor het gebruik van radiofrequenties, het verlenen van vergunningen voor satellietdiensten en het verlenen van goedkeuring voor frequenties.

In een latere mededeling van de Griekse autoriteiten van 20 oktober 1998 werd erop gewezen dat bij het nationale telecommunicatiecomité (EET) al drie aanvragen liggen die het comité zal onderzoeken wanneer het desbetreffende wetgevingskader eenmaal definitief is vastgesteld. Kennelijk is er namelijk nog steeds een ministerieel besluit voor nodig om de voorwaarden en de procedure vast te leggen voor het verschaffen van mobiele persoonlijke satellietcommunicatie

Aangezien Griekenland nog steeds geen toestemming heeft gegeven voor het verschaffen van satellietdiensten uit hoofde van de aangemelde maatregelen, overweegt de Commissie of zij een met redenen omkleed advies overeenkomstig artikel 169 van het EG-Verdrag zal uitbrengen. Doet zij dit, dan zal Griekenland daarin worden verzocht de nodige maatregelen te nemen om aan het met redenen omklede advies te voldoen. Indien Griekenland dan nog steeds geen toestemming verleent voor het verschaffen van satellietdiensten, zou de Commissie de kwestie bij het Hof van Justitie aanhangig kunnen maken.

(1) PB L 192 van 24.7.1990, blz. 10.

(2) PB L 268 van 19.10.1994, blz. 15.