SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3739/98 van David THOMAS aan de Commissie. Begroting Agenda 2000

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3739/98

van David Thomas (PSE) aan de Commissie

(25 november 1998)

Betreft: Begroting Agenda 2000

Volgens het onlangs verschenen verslag van de Rekenkamer heeft de Commissie grove fouten gemaakt bij de berekening van de kosten van haar Agenda 2000, die de EU-begroting met miljarden ponden zouden kunnen overschrijden. Kan de Commissie mededelen of dit een juiste inschatting is van hetgeen waarschijnlijk gebeurt?

Antwoord van de heer Liikanen namens de Commissie

(27 januari 1999)

De Raad heeft op 29 mei 1998 aan de Rekenkamer gevraagd om eventuele opmerkingen te maken over de financiële aspecten van de wetsvoorstellen die door de Commissie in het kader van Agenda 2000 zijn gepresenteerd aangaande het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB), de structuurfondsen, de pré-toetreding hulp en de garantiefondsen met betrekking tot buiten de EU ondernomen acties. De Rekenkamer heeft op 29 oktober 1998 het voorstel nummer 10/98 over deze zaken aangenomen.

In dit advies, dat zij van de Rekenkamer heeft ontvangen, treft de Commissie geen enkele opmerking van algemene strekking aan die tot de conclusie zou leiden welke het onderwerp uitmaakt van de vraag van het geachte parlementslid. Enkel in twee opmerkingen, die daarenboven uitsluitend betrekking hebben op de hervorming van het GLB, maakt de Rekenkamer enerzijds gewag van het gevaar dat de wereldprijs van tarwe tot onder de voorgestelde interventieprijs zou dalen (punt 82 van het advies) en acht het anderzijds de prognoses betreffende de ontwikkeling van de vraag naar rundvlees optimistisch (punt 83). De Commissie is van oordeel dat er in dit stadium geen sprake is van nieuwe gegevens die nopen tot een herziening van de door haar opgestelde hypothesen.

De Rekenkamer verwijst eveneens (punt 89) naar de eventuele verstrekking van rechtstreekse steun in nieuwe lidstaten na een uitbreiding van de Gemeenschap. De Commissie heeft in haar voorstellen duidelijk te kennen gegeven dat niet aanneemt dat zij deze steun tijdens de eerstkomende periode in de nieuwe lidstaten zal worden verstrekt, gezien het huidige gemiddelde peil van de prijzen van landbouwproducten in deze landen en het gevaar van economische verstoringen die de toekenning van dergelijke steun mee zou brengen.