Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3760/98 van Honório NOVO Visserijovereenkomst EU/Kaap Verdië

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3760/98 van Honório NOVO Visserijovereenkomst EU/Kaap Verdië

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3760/98

van Honório Novo (GUE/NGL) aan de Commissie

(11 december 1998)

Betreft: Visserijovereenkomst EU/Kaap Verdië

Zoals bekend loopt het visserijakkoord tussen de EU en Kaap Verdië van 6 september 1997 tot 5 september 2000. In het kader van deze overeenkomst krijgt Portugal acht vergunningen voor de visserij met de drijvende beug en drie vergunningen voor lijnvissers met een tonnage per schip van ten hoogste 210 BRT.

Kan de Commissie met het oog hierop en rekening houdend met het feit dat er al meer dan een jaar verlopen is sinds de vernieuwing van deze overeenkomst (6.9.1997) meedelen:

1. Hoeveel vergunningen werkelijk zijn afgegeven aan Portugese vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug? Aan wie zijn deze vergunningen verstrekt? Hoeveel vis (uitgedrukt in ton) is er door elk van deze met een vergunning vissende Portugese vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug in het eerste jaar van de overeenkomst gevangen?

2. Hoeveel vergunningen zijn afgegeven voor Portugese vaartuigen die vissen met een vaste beuglijn? Aan wie zijn deze vergunningen verstrekt? Hoeveel vis (uitgedrukt in ton) is er op elk van deze met een vergunning vissende Portugese vaartuigen voor de visserij met de vaste beuglijn gevangen in het eerste jaar van de overeenkomst?

Antwoord van mevrouw Bonino namens de Commissie

(1 februari 1999)

Voor het eerste jaar van toepassing van het tussen de Gemeenschap en Kaapverdië gesloten protocol (van 6 september 1997 tot en met 5 september 1998) zijn zes vergunningen aangevraagd en ook toegekend voor de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug Atrevido, Infante Dom Henrique, Mar Portugues, Miguel Santos, Paula Filipa en Rapazinho. Er is geen enkele vergunning aangevraagd voor een vaartuig voor de visserij met de grondbeug. Alleen voor het vaartuig Atrevido zijn vangsten gemeld, namelijk 5.880 kg die is gevangen in maart 1998.

Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug hebben sterk migrerende soorten op het oog. Daarom beschikken zij over het algemeen over vergunningen in het kader van verscheidene visserijovereenkomsten, wat het hun mogelijk maakt om in volle zee vissen die van de ene naar de andere zone trekken te volgen zonder hun visserijactiviteit te hoeven onderbreken.