SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3947/98 van Glenys KINNOCK VN- Wereldvoedselprogramma

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3947/98

van Glenys Kinnock (PSE) aan de Commissie

(4 januari 1999)

Betreft: VN-Wereldvoedselprogramma

Hoe is de Commissie van plan te reageren op de evaluatie door het VN-Wereldvoedselprogramma van de verslechterende situatie in zuidelijk Somaliland? Welke steun heeft de Europese Unie tot nu toe geleverd en welke verdere verplichtingen wil zij aangaan?

Antwoord van de heer Pinheiro Namens de Commissie

(21 januari 1999)

De Commissie volgt de situatie op voedselgebied in Zuid-Somalië op de voet en werkt nauw samen met het Voedselprogramma van de Verenigde Naties (WFP). Uitgaande van verslagen van de eenheid die de voedselzekerheid evalueert, die deels gefinancierd wordt door de Gemeenschap, deelt zij de bezorgdheid van het WFP over de verslechtering van de situatie op voedselgebied als gevolg van de karige oogst, de toenemende onveiligheid in Zuid-Somalië en de gevolgen van de door El Niño veroorzaakte overstromingen. De organisatie die zich bezighoudt met de coördinatie van de steun aan Somalië waaraan de Commissie actief deelneemt bevestigde de dreigende crisis en heeft een dringende oproep gedaan voor hulp. Zij zal de steun van de internationale gemeenschap coördineren. De Commissie heeft reeds 10 miljoen aan voedselhulp toegezegd. 10.899 metrieke ton voedsel met inbegrip van 9.130 ton graan, 1.000 ton bonen en 559 ton plantaardige olie, zal via het WFP worden verstrekt aan de meest kwetsbare bevolkingsgroepen in de meest getroffen gebieden in Zuid-Somalië.