Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1553/99 van Olivier Dupuis (TDI) aan de Commissie. CITES-verordening en Frankrijk.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1553/99 van Olivier Dupuis (TDI) aan de Commissie. CITES-verordening en Frankrijk.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1553/99 van Olivier Dupuis (TDI) aan de Commissie. CITES-verordening en Frankrijk.

Publicatieblad Nr. 219 E van 01/08/2000 blz. 0007 - 0008


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1553/99

van Olivier Dupuis (TDI) aan de Commissie

(1 september 1999)

Betreft: CITES-verordening en Frankrijk

Op de laatste conferentie van de partijen van de CITES (Conventie over de internationale handel in bedreigde dier- en plantesoorten) van juni 1997 te Harare (Zimbabwe) heeft meer dan tweederde van de leden besloten de Afrikaanse olifantenpopulaties in Botswana, Namibië en Zimbabwe van bijlage I (handel verboden) van de conventie over te brengen naar bijlage II (beperkte handel). Deze declassering stelde de drie landen in staat legaal trofeeën, levende dieren en bepaalde van olifanten afkomstige producten uit te voeren. Tevens kregen zij toestemming om, als aan bepaalde voorwaarden werd voldaan, met ingang van 18 maart 1999 hun wettelijke voorraden ruw ivoor te verkopen aan een enkele koper, Japan. Met dit besluit erkende de internationale gemeenschap dat de olifantenpopulaties in de drie landen van zuidelijk Afrika niet waren bedreigd en gaf blijk van haar instemming met een doeltreffend beleid voor het beheer van de fauna in die landen, met name door middel van nationale en communautaire ontwikkelingsprogramma's, waaraan de plattelandsbevolkingen deelnemen en waarbij zij profiteren van het beheer en het behoud van de wilde fauna. In november 1997 keurde de Commissie met gekwalificeerde meerderheid een verordening goed ter aanpassing van verordening nr. 338/97(1) van de Raad betreffende de toepassing van de CITES in de Europese Unie aan de besluiten van de Conferentie van Harare. De gewijzigde verordening laat met name voor het gehele grondgebied van de Europese Unie de invoer toe van levende olifanten en van olifanten afkomstige producten van oorsprong uit Botswana, Namibië en Zimbabwe. Frankrijk aanvaardt dit besluit echter niet en op 1 september 1998 werd een ministerieel besluit van kracht, waarbij Frankrijk de invoer in zijn grondgebied van olifanten uit zuidelijk Afrika en bepaalde afgeleide producten verbiedt, hetgeen in strijd is met de communautaire verordening die geen striktere unilaterale regeling toelaat.

Kan de Commissie mededelen of zij van deze door Frankrijk getroffen maatregel op de hoogte is. Zo ja, of zij Frankrijk ervan kennis heeft gegeven dat dit besluit in strijd is met de Gemeenschapswetgeving en of zij overweegt, zo zij dit niet al heeft gedaan, om voor het Hof van Justitie tegen Frankrijk een overtredingsprocedure te openen?

(1) PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1.

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(18 november 1999)

De Commissie is door Frankrijk niet op de hoogte gebracht van regelgeving of specifieke bepalingen die het land zou hebben goedgekeurd met betrekking tot de invoer en de handel in trofeeën, levende specimens of producten van olifanten van de soort loxodonta africana (Afrikaanse olifant) van oorsprong uit Botswana, Namibië en Zimbabwe, met het oog op de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer(1), als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2307/97 van de Commissie van 18 november 1997(2).

De Commissie is met name niet op de hoogte gebracht van het door het geachte parlementslid genoemde ministerieel besluit dat naar verluidt op 1 september 1998 in werking is getreden en waarbij Frankrijk de invoer op zijn grondgebied van olifanten uit zuidelijk Afrika en bepaalde afgeleide producten verbiedt.

Na controle blijkt evenwel dat, zoals door het geachte parlementslid is meegedeeld, door Frankrijk tenminste één interministerieel besluit terzake is uitgevaardigd. Dit besluit is echter niet aan de Commissie meegedeeld. Het gaat om het besluit van 30 juli 1998 betreffende de invoer, het vervoer en het op de markt brengen van bepaalde specimens van Afrikaanse olifanten.

Artikel 20 van de gewijzigde Verordening (EG) nr. 338/97 bepaalt: Elke lidstaat stelt de Commissie en het secretariaat van de Overeenkomst in kennis van de specifieke bepalingen die hij met het oog op de uitvoering van deze verordening treft, en van alle rechtsinstrumenten die worden aangewend en de maatregelen die zijn genomen om deze ten uitvoer te leggen en toe te passen.

Na te hebben vastgesteld dat tenminste het voornoemde besluit van 30 juni 1998 niet is meegedeeld, waardoor Frankrijk artikel 20 van de verordening overtreedt, zal de Commissie zo snel mogelijk onderzoeken hoe zij op dit probleem moet reageren.

(1) PB L 61 van 3.3.1997.

(2) PB L 325 van 27.11.1997.