Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1784/99 van Mark Watts (PSE) aan de Commissie. Veiligheid in de burgerluchtvaart.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1784/99 van Mark Watts (PSE) aan de Commissie. Veiligheid in de burgerluchtvaart.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1784/99 van Mark Watts (PSE) aan de Commissie. Veiligheid in de burgerluchtvaart.

Publicatieblad Nr. 170 E van 20/06/2000 blz. 0100 - 0101


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1784/99

van Mark Watts (PSE) aan de Commissie

(11 oktober 1999)

Betreft: Veiligheid in de burgerluchtvaart

Als wordt uitgegaan van de reistijd loopt men meer risico om in de burgerluchtvaart in de EU om het leven te komen dan als ingezetene van een auto. Er wordt van uitgegaan dat men in 40 % van de fatale ongevallen in de burgerluchtvaart zou kunnen overleven en dat 80 % van de ongevallen plaatsvinden tijdens de landing of het opstijgen.

Is de Commissie voornemens ervoor te zorgen dat de EU de vereiste maatregelen neemt om deze risico's te verlagen en zo spoedig mogelijk voorstellen in te dienen over:

- één enkele Europese veiligheidsautoriteit,

- een gemeenschappelijk programma ter beperking van de vliegtijd waarin de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek naar vermoeidheid zijn verwerkt en dat een optimale werkwijze weerspiegelt,

- een confidentiële verslaggeving over menselijke fouten,

- een EU-strategie ter verbetering van de overlevenskansen?

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(11 november 1999)

De Commissie neemt nota van de door het geachte parlementslid vermelde statistische gegevens en van de conclusies die hij daaruit trekt ten aanzien van de gevaren die zijn verbonden aan de burgerluchtvaart.

Hoewel velen het luchtvervoer beschouwen als een van de veiligste vervoermiddelen, geeft de Commissie toe dat het inherente risico van dit vervoermiddel toezicht en bijzondere aandacht vereist. Dit verklaart met name waarom zij talrijke initiatieven op dit gebied heeft genomen die onder andere de door het geachte parlementslid genoemde maatregelen omvatten.

Wat de oprichting van een Europese autoriteit voor de veiligheid van het luchtverkeer betreft, werkt de Commissie aan een ontwerp-conventie die gebaseerd is op de door de Raad op 16 juli 1998 goedgekeurde onderhandelingsrichtsnoeren en procedures. Over dit document zijn nog besprekingen gaande met de deskundigen van de lidstaten. De Commissie is voornemens met de andere betrokken Europese staten in onderhandeling te treden zodra deze eerste fase is beëindigd.

Wat de werk- en rusttijden van het vliegend personeel betreft, werkt de Commissie sedert drie jaar, in samenwerking met de voornaamste betrokken partijen, aan een gezamenlijke oplossing. Aangezien een dergelijke oplossing nog niet is gevonden, wil de Commissie aan de hand van de tot dusver verrichte werkzaamheden onderzoeken of het opportuun is dat zij op eigen initiatief een voorstel doet.

Op het gebied van de verslaggeving over incidenten in het luchtverkeer werkt de Commissie sedert meer dan vijf jaar aan de ontwikkeling van hulpmiddelen en procedures die het mogelijk moeten

maken gegevens op dit gebied te verzamelen en uit te wisselen. Zich daarop baserend zal de Commissie onderzoeken of het gepast is dat zij een voorstel voor wetgevende maatregelen in deze sector indient met name ook gezien de financiële en personele middelen waarover zij beschikt voor de tenuitvoerlegging en de follow-up.

Wat de overlevingskansen van de slachtoffers van vliegtuigongevallen (survivability) betreft, heeft de Commissie reeds talrijke werkzaamheden verricht in het kader van onderzoek- en ontwikkelingsprogramma's en is zij voornemens hiermee door te gaan teneinde zowel op het gebied van ontwerp en certificering van de vliegtuigen als van de procedures voor de exploitatie van vliegtuigen, tot strengere eisen te komen.