SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1968/99 van Piia-Noora Kauppi (PPE-DE) aan de Commissie. Opname van turf in de richtlijn inzake de belasting van energieproducten.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1968/99 van Piia-Noora Kauppi (PPE-DE) aan de Commissie. Opname van turf in de richtlijn inzake de belasting van energieproducten.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1968/99 van Piia-Noora Kauppi (PPE-DE) aan de Commissie. Opname van turf in de richtlijn inzake de belasting van energieproducten.
Publicatieblad Nr. 225 E van 08/08/2000 blz. 0039 - 0040
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1968/99
van Piia-Noora Kauppi (PPE-DE) aan de Commissie
(5 november 1999)
Betreft: Opname van turf in de richtlijn inzake de belasting van energieproducten
In het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende een regeling voor de belasting van energieproducten (COM(1997) 30 C4-0155/97 97/0111(CNS))(1) besteedt de Commissie ook aandacht aan de belasting op turf. In Finland vormen moerassen een belangrijke natuurlijke hulpbron, en de uit deze moerassen afkomstige turf voorziet in ongeveer zeven procent van de Finse energiebehoefte. De productie van turf biedt direct en indirect werk aan 6500 mensen. Turf is tot nu toe nog niet aangemerkt als hernieuwbare energiebron, zoals hout. Turf is echter een hernieuwbare energiebron die te vergelijken is met hout, maar een langere vernieuwingscyclus heeft.
Het gebruik van turf is van wezenlijk belang bij het streven naar het gebruik van hernieuwbare energiebronnen voor de energiewinning. Indien het gebruik van hout niet wordt gecombineerd met dat van turf is het volume van ovens, ontworpen voor het verbranden van hout, onvoldoende, hetgeen deze ovens onrendabel maakt. Turf wordt uitsluitend gebruikt voor de regionale energieopwekking, zodat deze brandstof niet van belang is voor de Europese interne markt.
Hoe wil de Commissie waarborgen dat in de richtlijn inzake de belasting van energieproducten, die momenteel wordt voorbereid, rekening wordt gehouden met het belang van turf voor de regionale energieopwekking? Is de Commissie voornemens turf in de toekomst te definiëren als hernieuwbare natuurlijke hulpbron? Is de Commissie van plan te waarborgen dat turf ook in de toekomst op effectieve wijze benut kan worden voor de energieopwekking in de noordse landen?
(1) PB C 139 van 6.5.1997, blz. 14.
Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie
(3 december 1999)
Het door de geachte afgevaardigde vermelde voorstel van de Commissie voor een richtlijn van de Raad betreffende een communautaire regeling voor de belasting van energieproducten betreft alle energieproducten, waaronder turf. Turf, al dan niet geperst, valt onder artikel 2, lid 1, onder c) van het voorstel, aangezien het onder GN-code 2703 valt.
De Commissie is van mening dat het voorstel voor een richtlijn een flexibele communautaire regeling vaststelt voor de belasting van energieproducten zoals turf, die de lidstaten in staat stelt hun nationale belastingstelsels te herstructureren om de nationale doelstellingen van het milieu-, werkgelegenheids-, vervoer- en energiebeleid te bereiken, onder inachtneming van een belangrijke communautaire verwezenlijking: de interne markt.
De Commissie is verder van mening dat turf als brandstof specifieke kenmerken heeft waardoor het moeilijk te classificeren is. Als organisch materiaal dat gedurende duizenden jaren door de opeenhoping van plantenresten onder anaërobe omstandigheden in het water is gevormd, bevat turf de meeste organische verbindingen van de oorspronkelijke planten die het hebben gevormd en kan daarom worden beschouwd als op organisch materiaal gebaseerde brandstof. Gezien de vernieuwingstijd van duizenden jaren beschouwt de Commissie turf niet als een intrinsiek hernieuwbare energiebron. Dit is in lijn met de richtsnoeren voor nationale broeikasgasinventarissen van de Intergouvernementele werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC) in het kader van het Raamverdrag inzake klimaatverandering van de Verenigde Naties (UNFCCC).
De Commissie is zich bewust van het belang van turf als regionale energiebron die bijdraagt aan de energievoorziening, met name in afgelegen gebieden. De zekerheid van de energievoorziening is een van de door de Commissie nagestreefde doelstellingen op het gebied van de energie. Diversificatie en exploitatie van inheemse energiebronnen, waaronder het gebruik van turf in de noordse lidstaten en elders in de Gemeenschap, is een belangrijk beleidsaspect in dit verband. Bovendien hebben nationale beleidsmaatregelen die de productie van turf combineren met het behoud van significante turfgebieden en de geëigende tenuitvoerlegging van een recultiveringsbeleid een positief levenscycluseffect op de totale broeikasgasuitstoot van de productie en het gebruik van turf.
De rol van turf als energiebron wordt verder onderzocht in een door de Commissie in opdracht gegeven technische en wetenschappelijke studie, getiteld Evaluation of the fuel peat industry in the enlarged European Union en gezamenlijk uitgevoerd door een aantal turfonderzoekorganisaties in de Gemeenschap. Een exemplaar van de studie wordt aan de geachte afgevaardigde en het Secretariaat-generaal van het Parlement toegezonden.