SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2395/99 van Roberto Bigliardo (TDI) aan de Commissie. Beperking van de vrijheid van vakvereniging van de ambtenaren van de EG- Commissie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2395/99 van Roberto Bigliardo (TDI) aan de Commissie. Beperking van de vrijheid van vakvereniging van de ambtenaren van de EG- Commissie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2395/99 van Roberto Bigliardo (TDI) aan de Commissie. Beperking van de vrijheid van vakvereniging van de ambtenaren van de EG- Commissie.
Publicatieblad Nr. 225 E van 08/08/2000 blz. 0124 - 0125
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2395/99
van Roberto Bigliardo (TDI) aan de Commissie
(16 december 1999)
Betreft: Beperking van de vrijheid van vakvereniging van de ambtenaren van de EG- Commissie
De EG-Commissie schijnt op 13 oktober 1999 een door commissaris Kinnock ingediend document te hebben goedgekeurd, waarin de vrijheid van vakvereniging binnen deze instelling sterk beknot wordt door de invoering van nieuwe ongemotiveerde representatiecriteria voor de vakbonden die als gesprekspartner officieel reeds erkend zijn.
Volgens uitgelekte berichten zouden deze nieuwe criteria zo ver gaan dat de bij de diverse vakbonden aangesloten ambtenaren geregistreerd zouden worden.
Kan Commissievoorzitter Prodi mededelen of dit waar is en, zo ja, kan hij uitleggen hoe de Commissie een dergelijke gedragslijn kan goedkeuren die, wat de vrijheid van vakvereniging betreft, de meest elementaire rechten van vertrouwelijkheid aangaande de keuze van de werknemers schendt?
Antwoord van de heer Kinnock namens de Commissie
(6 januari 2000)
De Commissie is niet voornemens de vakverenigingsrechten van haar personeel of van de vakverenigingen te beperken, en heeft dat herhaaldelijk duidelijk gemaakt.
Geen enkel geacht Parlementslid behoeft af te gaan op uitgelekte berichten of geruchten. Het voorstel van de Commissie is op 13 oktober in zijn geheel gepubliceerd en is te vinden op internet, onder http://www.cc.cec/home/admref/en/refdoc.html.
Zoals in dat voorstel van de Commissie voor een nieuwe kaderovereenkomst met de vakverenigingen (artikel 1) wordt verklaard, bevestigt de Commissie in het bijzonder dat zij de algemene beginselen inzake de rol en de bevoegdheden van de vakbonds- en beroepsorganisaties steunt, ten einde deze laatste op de meest transparante, democratische en doeltreffende manier bij de gang van zaken in de instelling te betrekken en, onder andere, bij het door de Commissie op gang gebrachte hervormingsproces.
De Commissie acht de sociale dialoog belangrijk voor de arbeidsverhoudingen en om ervoor te zorgen dat het personeel daadwerkelijk vertegenwoordigd wordt. Het huidige stelsel is echter gebaseerd op een kaderovereenkomst, die 25 jaar oud is en niet langer werkt op een manier die aan de behoeften van de huidige instelling voldoet. Derhalve is verandering zinvol, noodzakelijk en, beroepsmatig gezien, in ieders belang.
Het geachte parlementslid zal er zich waarschijnlijk wel van bewust zijn dat het representativiteitsbeginsel in tal van lidstaten en andere democratiën wordt toegepast, om ervoor te zorgen dat het gepleegde overleg en de gesloten overeenkomsten doeltreffend zijn en erop berusten dat een beroepsorganisatie een aanzienlijk deel van het personeelsbestand vertegenwoordigt.
Met de voorstellen van de Commissie wordt hoofdzakelijk beoogd om te verduidelijken welke rol het centrale personeelscomité en de vakverenigingen bij besprekingen met de administratie spelen, en om een doeltreffende structuur voor die besprekingen in te voeren, om duidelijk aan te geven welk soort onderwerpen bij besprekingen (concertations) tussen de administratie en de vakbonden kunnen worden aangeroerd en volgens welke procedure die onderwerpen moeten worden behandeld; om ervoor te zorgen dat er bij de besprekingen met de vakverenigingen naar behoren rekening wordt gehouden met hun representativiteit; en om te verzekeren dat de steun die de administratie de verschillende deelnemers aan de sociale dialoog (vakverenigingen, personeelscomité) verleent door speciaal daarvoor personeel te detacheren, in verhouding staat tot de rol die zij bij de dialoog spelen.
Er bestaat absoluut geen voorstel om een lijst van namen van vakbondsleden op te maken, als middel om na te gaan of de vakbonden representatief zijn. In het hervormingsvoorstel werd een controlestelsel aangegeven, waarmee het aantal leden van een vakvereniging kan worden geverifieerd en iedere vakbond kan aantonen hoeveel mensen hij vertegenwoordigt. In dit voorstel werd echter ook duidelijk gesteld dat de vakbonden niet verplicht zijn om van een dergelijk systeem gebruik te maken. Er zou met alternatieve systemen kunnen worden gewerkt om accurate cijfergegevens te verschaffen. Eén
van de alternatieve denkbeelden waarover sommige vakbondsleiders reeds nadenken is dat er overeenstemming zou kunnen worden bereikt over een onafhankelijke persoon of autoriteit om die verificatie te verrichten. Het feit dat de vakbondsleden er zelf belang bij hebben om te weten hoeveel collega's er lid zijn van hun organisatie, wordt algemeen erkend.
Geen enkel voorstel van de Commissie zou de vrijheid van vakvereniging of welk recht van burgers op vertrouwelijkheid dan ook willen schenden. Aantijgingen dat een dergelijk voorstel is gedaan, zijn volstrekt ongegrond.