Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2468/99 van Daniela Raschhofer (NI) aan de Commissie. Omzetting van richtlijn 91/174/EEG.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2468/99 van Daniela Raschhofer (NI) aan de Commissie. Omzetting van richtlijn 91/174/EEG.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2468/99 van Daniela Raschhofer (NI) aan de Commissie. Omzetting van richtlijn 91/174/EEG.

Publicatieblad Nr. 225 E van 08/08/2000 blz. 0139 - 0140


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2468/99

van Daniela Raschhofer (NI) aan de Commissie

(16 december 1999)

Betreft: Omzetting van richtlijn 91/174/EEG

In 1997 heeft de Oostenrijkse bond van beroepsimkers bij de Commissie een klacht ingediend met betrekking tot de niet-omzetting van richtlijn 91/147/EEG(1).

- Heeft de Commissie naar aanleiding hiervan een onderzoek ingesteld?

- Heeft de Republiek Oostenrijk in dit verband haar standpunt uiteengezet?

- Is het onderzoek van de Commissie afgesloten?

- Wat is het resultaat van het onderzoek?

(1) PB L 85 van 5.4.1991, blz. 37.

Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie

(9 februari 2000)

De Commissie heeft van de Österreichischer Imkerbund inderdaad een klacht ontvangen over het feit dat de regionale autoriteiten van Neder-Oostenrijk, Karinthië en Stiermarken de teelt van bijen van het ras Buckfast verbieden, en waarin zij vraagt of deze maatregelen verenigbaar zijn met Richtlijn 91/174/EEG van de Raad van 25 maart 1991 inzake zoötechnische en genealogische voorschriften voor de handel in rasdieren en tot wijziging van de Richtlijnen 77/504/EEG en 90/425/EEG.

Wat deze richtlijn betreft, kan de Commissie bevestigen dat er tegen Oostenrijk inderdaad een inbreukprocedure uit hoofde van artikel 226 (ex artikel 169) van het EG-verdrag is ingeleid wegens niet-mededeling van omzettingsmaatregelen. Deze procedure is na ontvangst van de desbetreffende maatregelen inmiddels gesloten.

Er zij evenwel op gewezen dat het Hof van Justitie in de zaak C-67/97 betreffende het houden van een niet-inheemse bijensoort op het eiland Læsø (DK) tot de vaststelling is gekomen dat, aangezien er in de bijensector geen enkele uitvoeringsmaatregel is vastgesteld, Richtlijn 91/174/EEG niet van toepassing is en dat derhalve de nationale wetgevingen van toepassing blijven binnen de grenzen van de artikelen 28 en 30 (ex artikelen 30 en 36) van het EG-verdrag. In het hierboven genoemde arrest was het Hof van oordeel dat een nationale regeling houdende een verbod om op een eiland als Læsø enige andere honingbijensoort te houden dan die van de ondersoort Apis mellifera mellifera (bruine Læsø-bij), krachtens artikel 30 (ex artikel 36) van het EG-verdrag op grond van de bescherming van de gezondheid en het leven van dieren als gerechtvaardigd moet worden aangemerkt. De Commissie is van mening dat deze jurisprudentie onder bepaalde voorwaarden ook op andere, grotere grondgebieden dan het eiland Læsø zou kunnen worden toegepast.

Momenteel wordt bestudeerd of aan de voorwaarden voor een beperking van het houden van bepaalde bijensoorten in de betrokken regio's in Oostenrijk voldaan is.