Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 73/99 van Umberto BOSSI Onrechtmatige overheidssteun van ca 400 miljoen euro aan Italiaanse bedrijven

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 73/99 van Umberto BOSSI Onrechtmatige overheidssteun van ca 400 miljoen euro aan Italiaanse bedrijven

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0073/99

van Umberto Bossi (NI) aan de Commissie

(27 januari 1999)

Betreft: Onrechtmatige overheidssteun van ca 400 miljoen aan Italiaanse bedrijven

In de afgelopen jaren kregen talloze Italiaanse bedrijven overheidssteun, waarvoor de Commissie tevoren geen toestemming had gegeven, zodat de communautaire mededingingsregels werden overtreden.

Volgens communautaire bronnen had de Commissie van 1988 tot 1991 haar afkeuring uitgesproken over de toewijzing van steun aan bedrijven ten bedrage van ongeveer 400 miljoen die de Italiaanse staat niet had teruggevorderd, zoals daarentegen de communautaire wetgeving ter zake voorschrijft.

Volgens het voor mededinging bevoegde Commissielid is dit een zeer ernstige overtreding van de Europese mededingingswetgeving door Italië: het niet terugvorderen van de onrechtmatige overheidssteun zou een systeem zijn om de door de communautaire wetgeving opgelegde beperkingen te omzeilen.

1. Kan de Commissie mededelen om welk bedrag aan door Italië zonder toestemming vooraf van de Europese instanties verleende overheidssteun het precies gaat,

2. welke maatregelen zij denkt te treffen om de onrechtmatig toegewezen overheidssteun terug te vorderen,

3. of zij overweegt sancties te treffen tegen de Italiaanse regering wegens overtreding van de communautaire mededingingsregels,

4. wat zij overweegt te doen om de Italiaanse staat te dwingen de Europese wetgeving inzake overheidssteun na te leven?

Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie

(24 februari 1999)

De Commissie deelt de bezorgdheid van de geachte afgevaardigde omtrent het steeds groter wordende aantal onaangemelde en zonder toestemming vooraf van de Commissie toegekende steun.

Wat de omvang van de niet-aangemelde steun in Italië betreft, is de Commissie helaas niet in staat hierop een nauwkeurig antwoord te geven. Bij de verzameling van begrotingsgegevens in de lidstaten wordt namelijk geen onderscheid gemaakt tussen aangemelde en niet-aangemelde steun. De niet door Italië aangemelde steun vertegenwoordigt ten aanzien van de voor deze lidstaat geregistreerde gevallen in 1996 10 % en in 1997 17 % (en ongeveer 22 % in 1998). Het totale bedrag van de in Italië toegekende steun bedroeg in 1996 overigens 10 162 miljoen en in 1997 9 421 miljoen . Men kan er dus van uitgaan dat de niet-aangemelde steun in 1996 1 016 miljoen en in 1997 1 601 bedroeg (gegevens met uitzondering van de sectoren landbouw, vervoer, visserij en steenkool). Deze schatting is gebaseerd op de hypothese volgens welke het percentage van het deel niet-aangemelde steun in het totale bedrag van de geregistreerde steun gelijk is aan het percentage van de niet-aangemelde steun in het totale bedrag van de toegekende steun. Bovendien is een correctie noodzakelijk aangezien het registratiejaar van de niet-aangemelde steun niet noodzakelijkerwijze overeenkomt met het jaar waarin de steun is toegekend.

Wanneer de Commissie kennis krijgt van een onrechtmatig toegekende steun bestudeert zij of deze met de gemeenschappelijke markt verenigbaar is. Indien de steun onverenigbaar is besluit de Commissie dat de lidstaat deze bij de begunstigde moet terugvorderen. Een tabel over de tenuitvoerlegging van de beslissingen van de Commissie met betrekking tot de terugvordering van steun (1982-1997) is in het XXIIe verslag over het mededingingsbeleid 1997 gepubliceerd(1).

De terugvordering moet niet als een sanctie worden beschouwd, maar beoogt de situatie te herstellen voordat de onrechtmatige en onverenigbare steun werd toegekend. De Commissie ziet erop toe dat het besluit waarin de terugvordering wordt geëist ook door de lidstaat ten uitvoer wordt gelegd en indien dit niet geschiedt kan zij de kwestie aan het Hof van Justitie voorleggen. Wanneer de lidstaat na een arrest van het Hof van Justitie waarin de niet-uitvoering van het besluit is geconstateerd zich nog steeds niet aan het besluit houdt, kan de Commissie eveneens gebruik maken van artikel 171 van het EG-Verdrag.

(1) SEC(98) 636 def.