Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 78/99 van Graham MATHER Richtlijn 95/29/EC inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 78/99 van Graham MATHER Richtlijn 95/29/EC inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0078/99

van Graham Mather (PPE) aan de Commissie

(27 januari 1999)

Betreft: Richtlijn 95/29/EC inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer

1. Is de Commissie helemaal tevreden over de omzetting, de uitvoering en de naleving van richtlijn 95/29/EG inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer(1)?

2. Heeft ze officiële klachten ontvangen over lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn niet nakomen?

3. Kan de Commissie, met betrekking tot de twee vorige vragen, zeggen om welke bepalingen van de richtlijn en welke lidstaten het gaat?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(19 maart 1999)

1. De meeste lidstaten hebben Richtlijn 95/29/EG van de Raad correct uitgevoerd. Tegen twee lidstaten lopen evenwel nog steeds inbreukprocedures omdat zij bepaalde eisen van de richtlijn niet hebben opgenomen in hun nationale maatregelen. Er zijn verschillende veterinaire- inspectiemissies in de lidstaten uitgevoerd om de toepassing van de communautaire regels op het gebied van het welzijn van dieren tijdens het vervoer te onderzoeken. Hierbij zijn in verschillende lidstaten tekortkomingen aan het licht gekomen.

2. De Commissie ontvangt veel brieven over het welzijn van dieren, waaronder een aantal klachten over nalatigheid van lidstaten wat betreft de toepassing van Richtlijn 95/29/EG van de Raad, klachten tegen een lidstaat die strengere voorschriften inzake reistijden zou opleggen dan de bij de richtlijn vastgestelde reistijden en een klacht betreffende te strenge voorschriften voor zeeschepen die worden gebruikt voor het vervoer van dieren.

3. De klachten hebben betrekking op te lange reistijden, het verzuim om de dieren te drenken, te voeden, te lossen en te laten rusten, op te zwaar beladen en gebrekkige vervoermiddelen, onnodig lijden van de vervoerde dieren en het ontbreken van de vereiste documenten. Ze gaan over alle lidstaten, behalve Finland, Zweden en Denemarken, en hebben met name betrekking op gebieden waar veel dieren worden vervoerd (o.a. het vervoer van varkens tussen Noord- en Zuid-Europa, het vervoer over de weg van runderen, schapen en paarden uit Oost-Europa naar de Gemeenschap en het vervoer van runderen uit de Gemeenschap naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika).

Ook bij door de Commissie uitgevoerde veterinaire inspecties zijn tekortkomingen in de tenuitvoerlegging en de toepassing van de uit de richtlijn voortvloeiende verplichtingen aan het licht gekomen. Op diverse gebieden zijn nalatigheden geconstateerd: gebrekkige vervoermiddelen voor transport over weg en zee, vervoer van dieren die niet geschikt zijn voor vervoer, slechte behandeling van dieren, ontoereikend toezicht door de autoriteiten, en verzuim om de dieren te lossen en te laten rusten bij het lange-afstandsvervoer.

De missieverslagen zijn sinds kort beschikbaar op de internet-site van de Commissie (http://europa.eu.int/comm/dg24/).

(1) PB L 148 van 30.6.1995, blz. 52.