SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 151/99 van José BARROS MOURA Consequenties van het embargo voor de uitvoer van vechtstieren
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 151/99 van José BARROS MOURA Consequenties van het embargo voor de uitvoer van vechtstieren
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0151/99
van José Barros Moura (PSE) aan de Commissie
(11 februari 1999)
Betreft: Consequenties van het embargo voor de uitvoer van vechtstieren
Bij de behandeling van vraag E-3620/98 moet de Commissie rekening houden met hetgeen Ana Fernandez Graciani hierover heeft geschreven in het tijdschrift "6Toros6", nr. 23 van 15.12.1998:
Terwijl het vorig jaar de veehouders, die het water tot de lippen gestegen was, door de hemel werden verblijd met een welkom geschenk, in de vorm van een overvloedige regenval, zo zullen dit jaar de Spaanse fokkers van vechtstieren minder concurrentie ondervinden bij de verkoop van hun producten, aangezien door de sluiting van de grens met Portugal vanwege de gekke-koeienziekte het totale marktaanbod van stieren veel lager zal zijn.
Maar is dit "wonder" vanuit het oogpunt van het EG-recht wel toelaatbaar, daar de mededingingsregels van de interne markt worden ondermijnd en een maatregel ter bescherming van de volksgezondheid ontaardt in een maatregel ter bescherming van de economische belangen van de Spaanse ganaderos, in strijd met alle bepalingen van bijvoorbeeld artikel 30 (voormalige artikel 36) van het EG-Verdrag?
Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie
(17 maart 1999)
Zoals reeds verklaard in het antwoord op schriftelijke vraag E-3620/98 van het geachte parlementslid(1) is Beschikking 98/653/EG van de Commissie van 18 november 1998 inzake spoedmaatregelen die noodzakelijk zijn geworden wegens het voorkomen van boviene spongieforme encelopathie in Portugal(2) bedoeld om de gezondheid van mensen en dieren te beschermen. Elke aanvraag om vechtstieren vrij te stellen van het algemene verbod op uitvoer van levende runderen uit Portugal moet worden onderzocht om uit te sluiten dat de dieren in het voedsel- of voederketen terechtkomen en om eventuele fraude tegen te gaan.
De Commissie is het met het geachte parlementslid niet eens dat de beschikking om de export uit de betrokken lidstaat te beperken een commercieel doel beoogt.
(1) PB C 320 van 6.11.1999, blz. 60.
(2) PB L 311 van 20.11.1998.