Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 518/99 van Herbert BÖSCH Subsidiëring van waterkrachtcentrales door de programma's PHARE en TACIS

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 518/99 van Herbert BÖSCH Subsidiëring van waterkrachtcentrales door de programma's PHARE en TACIS

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0518/99

van Herbert Bösch (PSE) aan de Commissie

(8 maart 1999)

Betreft: Subsidiëring van waterkrachtcentrales door de programma's PHARE en TACIS

1. Is het waar dat - zoals het gerucht gaat - geen financiële steun in het kader van PHARE en TACIS wordt verleend voor de modernisering en de verbetering van de efficiëntie van waterkrachtcentrales of voor de bevordering van decentrale alternatieve energiebronnen in de LMOE?

2. Wat zijn de criteria voor de subsidiëring van energieprojecten in het kader van PHARE en TACIS?

3. Voor welke bronnen van energie (waterkracht, kolen, gas, atoomkracht) wordt financiële steun verleend?

4. Welke verdeelsleutel wordt voor de verschillende energiebronnen gehanteerd?

Antwoord van de heer van den Broek namens de Commissie

(28 april 1999)

Tacis

Tacis financiert talrijke steunprojecten t.b.v. efficient energiegebruik in de Nieuwe Onafhankelijke Staten (NOS) en Mongolië. Van 1991 tot en met 1997 werden gemiddeld 10 % van de Tacis-middelen aan de energiesector en 20 % aan nucleaire veiligheid en milieubescherming toegekend. De strategische energieplannen die door Tacis in verscheidene partnerlanden zijn gefinancierd, benadrukken het belang van een geringer verbruik (zowel voor particuliere consumptie als in bedrijven), en de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen. Dit geschiedt naast de steun voor de herstructurering van de traditionale productiesectoren. In de jaren 1996-1998 werd er bijvoorbeeld 5 miljoen ecu toegekend voor de herstructurering van de kolensector in Oekraïne.

In het kader van Tacis kunnen energieprojecten - met uitzondering van de sector kernenergie, waarvoor een eigen programma geldt - in twee groepen worden ingedeeld: a) energieplanning en doelmatig gebruik van energie (met inbegrip van de herstructurering van traditionele sectoren en de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen). Zij worden gefinancierd uit de actieprogramma's per land; en b) de verdere uitbouw van de netwerken voor vervoer van energie (gas- en oliepijpleidingen) welke via het Tacis interstate-programma wordt gefinancierd (Inogate-programma).

Het betreft hier alle vormen van energie: die uit waterkracht, kolen, gas en kernenergie. De prioriteiten van het Tacisprogramma, die zich tot dusverre richtten naar de vraag, werden door de partnerlanden vastgelegd bij gelegenheid van de onderhandelingen over hun 1 jaar dan wel 2 jaar durende actieprogramma's. Uit deze programmering blijkt dat de percentages van de verschillende vormen van energie per land onderling verschillen. In Oekraïne zijn dit voornamelijk kolenenergie en kernenergie, terwijl in Oezbekistan de vraag van specifieke productiesectoren in de jaren 1996-1998 vooral op gas en electriciteit is toegespitst.

Phare

Phare verleent steun aan de ontwikkeling van het energiebeleid, met inbegrip van een doelmatig energiegebruik, zowel via nationale Phare-programma's als via meerlandenprogramma's, waaronder het lopende meerlanden-energieprogramma van Phare voor 1996. Beslissingen over de toewijzingen van Phare in de kandidaatslanden berusten op prioriteiten op korte en middellange termijn, zoals die in de partnerschappen voor toetreding uiteengezet zijn. In zoverre deze betrekking hebben op energie of met energie samenhangende prioriteiten omvatten, zoals bijvoorbeeld de herstructurering van de kolenindustrie in Polen en Roemenië, of de verhoging van de nucleaire veiligheid in Litouwen en Bulgarije, staan de Pharefondsen in beginsel ter beschikking om te helpen.

Alternatieve energiebronnen

Voor de ontwikkeling van nieuwe vormen van energie is met de programma's van Phare en Tacis omvangrijke steun verleend die bevorderlijk is voor de gedecentraliseerde aanzet tot het verbruik van energie. Verschillende projecten in de landen van Midden- en Oost-Europa (LMOE) en in de NOS hebben het gemakkelijker gemaakt om investeringsprojecten in deze energiebronnen te identificeren. Genoemde bronnen kunnen echter alleen worden ontwikkeld wanneer de economische toestand dit mogelijk maakt en de energieprijzen de concurrentie aankunnen. Naast Phare en Tacis hebben ook andere programma's van de Gemeenschappen zich beziggehouden met het onderzoeken en bevorderen van de ontwikkeling van deze vormen van energie.