Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1007/99 van Ian HUDGHTON Vervoer van levende dieren

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1007/99 van Ian HUDGHTON Vervoer van levende dieren

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1007/99

van Ian Hudghton (V) aan de Commissie

(20 april 1999)

Betreft: Vervoer van levende dieren

Welke maatregelen heeft de Commissie genomen om te bevorderen dat de tijd gedurende welke levende dieren bij het vervoer tussen de lidstaten ten hoogste onderweg zijn, wordt geharmoniseerd?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(7 mei 1999)

De maximale reistijden voor het vervoer van levende dieren tussen de lidstaten werden vastgesteld bij de goedkeuring van Richtlijn 95/29/EG van de Raad van 29 juni 1995 tot wijziging van Richtlijn 90/628/EEG inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer(1).

In hoofdstuk VII, onder 2, van deze richtlijn wordt bepaald dat de reistijd voor runderen, paarden, geiten, schapen en varkens niet langer mag zijn dan acht uur tenzij het vervoermiddel aan bepaalde specifieke voorwaarden voldoet. In een dergelijk geval bepaalt hoofdstuk VII, onder 4, van de bovengenoemde richtlijn hoe lang deze soorten dieren per wegvoertuig mogen worden vervoerd vooraleer ze worden uitgeladen op een rustplaats of op de plaats van bestemming.

Daarom meent de Commissie dat verdere harmonisatie van de maximale reistijden voor het vervoer van levende dieren tussen de lidstaten niet nodig is.

(1) PB L 148 van 30.6.1995.