SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1415/99 van Olivier Duhamel (PSE) aan de Commissie. Caulerpa taxifolia.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1415/99 van Olivier Duhamel (PSE) aan de Commissie. Caulerpa taxifolia.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1415/99
van Olivier Duhamel (PSE) aan de Commissie
(1 september 1999)
Betreft: Caulerpa taxifolia
Sinds een aantal jaren breidt de muterende tropische alg Caulerpa taxifolia zich in de Middellandse Zee steeds verder uit. Deze regelrechte natuurramp treft vooral Frankrijk, Italië, Spanje, Griekenland en Kroatië. In de periode 1992-1995 heeft de Commissie via het financiële instrument LIFE een internationaal project gefinancierd om de expansie van deze dodelijke alg te bestuderen en op de verdere ontwikkeling van dit verschijnsel te anticiperen. In 1995 werden opnieuw kredieten uitgetrokken voor een follow-up-programma, een project dat werd gecoördineerd door een Franse wetenschappelijke groep uit Marseille. In 1997 werd een internationale bijeenkomst over de controle op de uitbreiding van de Caulerpa georganiseerd.
Beschikt de Commissie over concrete resultaten van de door haar gesteunde projecten?
Deelt de Commissie de mening dat het om een probleem gaat dat in Europees verband moet worden aangepakt middels intensivering van onderzoek en meer financiële middelen om deze algen te vernietigen?
De structuurmaatregelen blijven onder de bevoegdheid van de betrokken lidstaten vallen. Kan de Commissie er daarom niet krachtiger bij de lidstaten op aandringen de strijd tegen deze ecologische bedreiging op te voeren en elk initiatief van de overheid aan te moedigen om na te gaan welke mogelijkheden er bestaan om deze algen uit te roeien?
Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie
(8 oktober 1999)
Het van 1992 tot 1995 gefinancierde Life-project had ten doel, het reële verspreidingsgebied van Caulerpa taxifolia preciezer te omschrijven, de evolutie daarvan te bewaken en de toekomstige trends te voorspellen. Het project moest ook de wetenschappelijke en technische basis helpen leggen voor de uitroeiing van deze alg. Dit internationale project werd uitgevoerd in samenwerking met Spaanse en Italiaanse partners (universiteiten, plaatselijke besturen en wetenschappelijke centra).
Het project heeft aangetoond dat de expansie van Caulerpa taxifolia in snel tempo voortgaat. Er is een precieze inventaris opgesteld van de vindplaatsen en de gekoloniseerde substraten. De woekering van Caulerpa vormt een bedreiging voor de mariene biodiversiteit: soortendiversiteit (hoofdzakelijk wat bepaalde algensoorten betreft) en diversiteit van de habitats (met name de Posidonia-velden). De door Caulerpa taxifolia geproduceerde toxische metabolieten spelen direct of indirect een rol bij de concurrentie met de inheemse soorten. Caulerpa taxifolia valt niet uit te roeien wanneer de met deze alg begroeide oppervlakte zeer groot is (tientallen of zelfs honderden hectaren).
Met het van 1996 tot 1999 gefinancierde project werd beoogd, de haalbaarheid aan te tonen van een strategie ter beheersing van de expansie van deze plaag via de snelle detectie van nieuwe haarden en de bewustmaking van het publiek, en voorts nieuwe uitroeiingstechnieken uit te proberen, de kennis van de mogelijke gevolgen van een verdere expansie van Caulerpa taxifolia te vergroten en de zuidelijke kuststaten van de Middellandse Zee, die op termijn ook met de expansie van deze alg kunnen worden geconfronteerd, van dit probleem bewust te maken.
De resultaten van het tweede project worden momenteel door de Commissie geëvalueerd. Nu reeds heeft dit project geresulteerd in twee internationale seminars (in 1997 en 1999) en in een reeks initiatieven van plaatselijke en nationale overheden. Bovendien is aan de partijen bij het Verdrag van Barcelona inzake de bescherming van het mariene milieu en de kustgebieden van de Middellandse Zee onlangs een voorstel voorgelegd dat erop gericht is, de aanbevelingen die in maart 1998 door een groep deskundigen te Heraklion werden uitgewerkt en die mede een uitvloeisel zijn van het Life-project, in de praktijk te brengen. De Commissie steunt dit voorstel.
Men kan dus wel stellen dat in het kader van de Life-projecten een bewustmaking van alle betrokkenen (wetenschappelijke kringen, overheden, gebruikers van de kustgebieden en het brede publiek) heeft plaatsgevonden. Tenzij de lopende beoordeling nieuwe elementen aan het licht zou brengen, behoort het thans tot de verantwoordelijkheid van de lidstaten, het passende gevolg te geven aan deze werkzaamheden en daarbij rekening te houden met de panmediterrane dimensie van het probleem.