Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1483/99 van Armando Cossutta (GUE/NGL) aan de Raad. Initiatieven voor de bevrijding van Cyprus.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1483/99 van Armando Cossutta (GUE/NGL) aan de Raad. Initiatieven voor de bevrijding van Cyprus.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1483/99

van Armando Cossutta (GUE/NGL) aan de Raad

(1 september 1999)

Betreft: Initiatieven voor de bevrijding van Cyprus

Turkije is op 20 juli 1974 Cyprus binnengevallen en heeft het noordelijk deel van het eiland bezet. Deze willekeurige bezetting duurt nu al 25 jaar. Zij berust op overmacht en geweld en betekent een eindeloze, systematische schending van het internationaal recht alsook van de mensenrechten: duizenden mensen zijn bij de invasie omgekomen; de invallers hebben honderdduizenden Grieks-Cyprioten verdreven van huis en haard; hetzelfde is gebeurd met tienduizenden Turks-Cyprioten door middel van een stelselmatige etnische zuivering (dezelfde zuiveringen als nu bij de tragedie in Kosovo zoveel edele verontwaardiging wekken).

Alle resoluties van de Verenigde Naties voor een vreedzame oplossing van de crisis zijn een dode letter gebleven vanwege de onbuigzame opstelling van de Turken die hierin werden gesteund door de supermacht de Verenigde Staten.

1. Is de Raad niet van mening dat hij autonoom moet optreden en op alle internationale fora moet bijdragen aan herstel van de internationale rechtsorde en herstel van de mensenrechten die geschonden zijn bij de betrekkingen tussen Turkije en Cyprus?

2. Acht de Raad het niet uiterst noodzakelijk om zich actief in te zetten voor de voorbereiding van een internationale conferentie over het Midden-Oosten waar een realistisch traject moet worden gedefinieerd om de crisishaarden te doven die, wanneer men ze maar laat doorsudderen, dreigen uit te lopen op een gigantische wereldbrand?

Antwoord

(2 december 1999)

Om in de kwestie Cyprus vooruitgang te boeken, ook wat de situatie van de mensenrechten betreft, is het volgens de Raad het beste te blijven streven naar een oplossing op basis van de resoluties van de VN-Veiligheidsraad. De Raad is ingenomen met de conclusies van de top van de G8 van 9 en 10 juni 1999 en met de resoluties 1250 en 1251 van de VN-Veiligheidsraad van 29 juni 1999, en hij is van mening dat de uitnodiging voor VN-gesprekken dit najaar, zonder voorafgaande voorwaarden, samen met deze resoluties een nieuwe stimulans betekent. Het voorzitterschap zal samen met de andere EU-partners en internationale actoren de inspanningen van VN-secretaris-generaal Annan om de spanning te verminderen en bij te dragen aan een oplossing door middel van onderhandelingen, blijven steunen.

De Unie is tevens van oordeel dat de vorderingen in het toetredingsproces en in het streven naar een rechtvaardige en levensvatbare oplossing van de Cyprische kwestie elkaar moeten versterken. Hij is van oordeel dat de toetreding van Cyprus tot de EU alle gemeenschappen tot voordeel dient te strekken, en dient bij te dragen tot vrede en verzoening in de samenleving op het eiland. Hij betreurt het dat het niet mogelijk is geweest, vóór de start van de toetredingsonderhandelingen een politieke oplossing te vinden. Het voorzitterschap blijft (in overeenstemming met de conclusies van de Europese Raad van Luxemburg) ernaar streven de vertegenwoordigers van de Turks-Cypriotische gemeenschap bij de toetredingsonderhandelingen te betrekken.

De Raad heeft Turkije er reeds herhaaldelijk op gewezen en hij zal dat blijven doen dat Turkije een positieve bijdrage tot de oplossing van de kwestie Cyprus moet leveren. De Raad verwacht van landen met Europese aspiraties dat zij met hem samenwerken aan zijn belangrijkste prioriteiten, waaronder de toetreding van Cyprus tot de EU en een oplossing van de kwestie Cyprus. Sinds de Europese Raad van Luxemburg blokkeert Turkije helaas de politieke dialoog met de Unie over bepaalde gevoelige kwesties, waaronder Cyprus. Na de aardbevingen in Turkije en Griekenland en de verbetering van de bilaterale betrekkingen tussen Griekenland en Turkije is de sfeer in de betrekkingen tussen de EU en Turkije evenwel verbeterd, waarmee hopelijk het pad is geëffend voor de dialoog, ook over Cyprus.

De Raad deelt niet de mening van het geachte lid dat een internationale conferentie over het Midden-Oosten in het geval van Cyprus nuttig zou zijn.