Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1923/99 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Beantwoording van vragen van Parlementsleden.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1923/99 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Beantwoording van vragen van Parlementsleden.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1923/99

van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie

(4 november 1999)

Betreft: Beantwoording van vragen van Parlementsleden

1. Hoe lang heeft het het afgelopen jaar gemiddeld geduurd voordat de Commissie niet-prioritaire schriftelijke vragen van leden van het Europees Parlement beantwoordde?

2. In hoeverre is dit te vergelijken met soortgelijke procedures in de parlementen in de lidstaten?

3. Welke voorstellen denkt de Commissie te doen om de duur voor de beantwoording van dergelijke vragen te bekorten?

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(4 november 1999)

1. De Commissie heeft in 1998 3013 maal een antwoord gegeven op niet-prioritaire schriftelijke vragen van het Parlement. De antwoorden namen gemiddeld zes weken en vier dagen in beslag.

2. De Commissie beschikt niet over informatie over schriftelijke vragen die gesteld zijn in de parlementen van de lidstaten. Er zij evenwel op gewezen dat de situatie van de Commissie niet dezelfde is als die van de nationale regeringen. Dit komt voornamelijk door de noodzaak tot coördinatie tussen de diensten van de Commissie, de goedkeuringsprocedure met inachtneming van de collegiale verantwoordelijkheid, en de verplichting om te antwoorden in de taal van diegene die de vraag heeft gesteld.

3. In het kader van de benoeming van de nieuwe Commissie heeft de vice-voorzitter die verantwoordelijk is voor de betrekkingen met het Parlement, aangegeven dat zij beslist van plan is sneller te antwoorden op schriftelijke vragen van het Parlement. Zo is een aantal veranderingen doorgevoerd in de interne procedures van de Commissie waardoor de tijd die nodig is om te antwoorden op de schriftelijke vragen, werkelijk zal afnemen. De Commissie is het er echter mee eens dat het mogelijk zou moeten zijn om alle schriftelijke vragen te beantwoorden binnen een termijn van 6 weken, zoals dat ook is vastgelegd in het Reglement van het Parlement. De Commissie zal daarom doorgaan met het verscherpen van de maatregelen om dit te bereiken.