SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2028/99 van Pedro Marset Campos (GUE/NGL) aan de Commissie. Masten voor mobiele telefonie in stedelijke zones en de gevolgen daarvan voor de gezondheid.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2028/99 van Pedro Marset Campos (GUE/NGL) aan de Commissie. Masten voor mobiele telefonie in stedelijke zones en de gevolgen daarvan voor de gezondheid.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2028/99
van Pedro Marset Campos (GUE/NGL) aan de Commissie
(3 november 1999)
Betreft: Masten voor mobiele telefonie in stedelijke zones en de gevolgen daarvan voor de gezondheid
In bepaalde Spaanse stedelijke zones, zoals in het stadsdeel La Unión in Murcia, is onrust ontstaan onder de bevolking vanwege de aanwezigheid van masten en stations voor mobiele telefonie en de mogelijke gevolgen daarvan voor de gezondheid van de omwonenden.
Ik verwijs in dit verband naar schriftelijke vraag E-1788/98(1) en het door de Commissie ingediende voorstel voor een aanbeveling van de Raad betreffende de beperking van de blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden 0 Hz-300 GHz (COM(1998) 268 def.):
1. Is de Commissie op de hoogte van de onrust die onder de Spaanse bevolking is ontstaan?
2. Is de Commissie niet van oordeel dat de aanwezigheid van masten voor mobiele telefonie in stedelijke zones schadelijk is voor de gezondheid, indien niet in de nodige beschermings- en/of isolatiemaatregelen wordt voorzien?
3. Kan de Commissie mededelen hoe het staat met bovengenoemd voorstel voor een aanbeveling van de Raad, en met de bestaande wetgeving met betrekking tot de blootstelling van burgers aan elektromagnetische straling en de omzetting ervan door de lidstaten?
(1) PB C 50 van 22.2.1999, blz. 93.
Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie
(20 december 1999)
De Commissie heeft kennis genomen van de zorg over mogelijke schadelijke gevolgen van elektromagnetische velden voor de gezondheid.
Op 9 maart 1999 hebben de Raad en het Parlement Richtlijn 1999/5/EG betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit goedgekeurd(1). Hierin worden de eisen vastgesteld waaraan radiozenders moeten voldoen om op de markt te kunnen worden gebracht en te kunnen worden gebruikt. De richtlijn bepaalt dat de lidstaten het gebruik om gezondheidsredenen kunnen beperken, b.v. door het voorschrijven van bepaalde minimumafstanden tussen de zender en het publiek.
Op 8 juni 1999 heeft de Raad de door de Commissie voorgestelde Aanbeveling 1999/519/EG betreffende de beperking van blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden(2) goedgekeurd. Deze aanbeveling houdt rekening met het wetenschappelijk advies van de Internationale Commissie voor bescherming tegen niet-ioniserende straling, gesteund door de wetenschappelijke stuurgroep van de Commissie, dat verwijst naar de vastgestelde effecten van blootstelling aan elektromagnetische velden op de gezondheid van de mens.
In deze context zij erop gewezen dat het extensieve onderzoek in Europa door de gecoördineerde actie van de COST 244 en 244bis-projecten in de laatste tien jaar geen reproduceerbare schadelijke gevolgen voor de gezondheid hebben aangetoond op de niveaus van de voor mobiele telefoons en celmasten typische radiofrequentie-emissies.
Als gevolg van het wijdverbreid gebruik van mobiele telefoons is het duidelijk dat een eventueel schadelijk effect op de gezondheid een effect op de langere termijn zou kunnen zijn. Daarom moet het onderzoek worden voortgezet om dergelijke effecten te meten en de resultaten van het lopende en toekomstige onderzoek op dit gebied zullen in overweging worden genomen in de context van de rapportageprocedure, als bedoeld in de tekst van de aanbeveling.
In de context van het 5e kaderprogramma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie(3) voorziet het programma inzake Kwaliteit van het bestaan en beheer van de biologische hulpbronnen(4) in kernactiviteit 4 Milieu en gezondheid in specifiek onderzoek naar de gezondheidseffecten van elektromagnetische straling en met name in epidemiologische en biomedische studies ter bepaling van mogelijke effecten in verband met niet-ioniserende straling, met name van mobiele telefoons en antennes (punt 2 van het programma kwaliteit van het bestaan(5)). Verscheidene aanmeldingen in verband met dit gebied zijn in behandeling voor mogelijke financiering uit hoofde van de begroting 1999.
(1) PB L 91 van 7.4.1999.
(2) PB L 199 van 30.7.1999.
(3) PB C 173 van 7.6.1997.
(4) COM(98) 305 def.
(5) Besluit van de Commissie nr. C/99/493 van 4.3.1999.