Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2066/99 van Umberto Bossi (TDI) aan de Commissie. Steun voor de particuliere opslag van kaas krachtens verordening (EG) 2659/94.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2066/99 van Umberto Bossi (TDI) aan de Commissie. Steun voor de particuliere opslag van kaas krachtens verordening (EG) 2659/94.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2066/99

van Umberto Bossi (TDI) aan de Commissie

(12 november 1999)

Betreft: Steun voor de particuliere opslag van kaas krachtens verordening (EG) 2659/94

Het is al enkele jaren het beleid van het Italiaanse Ministerie van Landbouw en de uitvoeringsorganen daarvan om een deel van de producenten van Grana Padano kaas met een beschermde

benaming van oorsprong (BBO) te discrimineren door hun de mogelijkheid te onthouden om rechtstreeks in aanmerking te komen voor de toekenning van steun voor particuliere opslag krachtens verordening (EG) 2659/94(1). Hierdoor ondervinden deze producenten aanzienlijke economische schade en wordt hun vrijheid om het product in de handel te brengen en dus de mededinging beperkt. Ook na de vankrachtwording van nieuwe communautaire en nationale maatregelen inzake BBO- en BGA-producten zijn uitvoeringsorganen als de Consorzi di Tutela illegaal doorgegaan met het tegen betaling verstrekken van verklaringen van een gezonde handelskwaliteit voor kaas zonder daartoe bevoegd te zijn en ook zonder de kaas waarvoor de verklaring werd afgegeven ook werkelijk tijdens de opslag te keuren. Hiermee is men ook doorgegaan nadat het ministerie vergunningen had afgegeven aan particuliere keuringsbureaus en nog eerder aan de keuringsdienst van waren.

Kan de Commissie daarom meedelen:

1. of zij van het bovenstaande op de hoogte is;

2. of individuele producenten of producentenverenigingen rechtstreeks in aanmerking kunnen komen voor steun uit hoofde van verordening (EG) 2659/94;

3. of het ingrijpen van de Consorzi di Tutela nog vóór erkende particuliere keuringsbureaus als inbreuk op de onafhankelijkheid en de vrijheid van mededinging van deze keuringsbureaus beschouwd kan worden;

4. of de Consorzi di Tutela kunnen voldoen aan de vereiste van onafhankelijkheid die geldt voor lichamen die de keuring van BBO- en BGA-producten mogen uitvoeren;

5. of zij niet van mening is dat tegen de Italiaanse regering maatregelen genomen moeten worden gezien de duidelijke onregelmatigheden die bij de uitoefening van openbare taken hebben plaatsgevonden bij de toepassing van de bepalingen van de verordeningen (EG) 2081/92(2) en 2659/94.

(1) PB L 284 van 1.11.1994, blz. 26.

(2) PB L 208 van 24.7.1992, blz. 1.

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(8 december 1999)

Bij gebrek aan concrete en precieze gegevens kan de Commissie niet uitvoerig ingaan op de bezwaren van het geachte parlementslid en kan zij terzake geen definitief standpunt innemen.

Zij wenst evenwel de volgende verduidelijkingen aan te brengen inzake het verband, wat de beschermde oorsprongsbenaming grana padano betreft, tussen Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen en Verordening (EG) nr. 2659/94 van de Commissie van 31 oktober 1994 betreffende nadere regels voor de toekenning van steun voor de particuliere opslag van Grana Padano-, Parmigiano-Reggiano- en Provolone-kaas, waarnaar het geachte parlementslid verwijst.

Op grond van artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 kan een controlestructuur een of meer controlediensten en/of particuliere organisaties omvatten, die daartoe door de lidstaat zijn aangewezen, respectievelijk erkend. De aangewezen controlediensten moeten voldoende waarborgen bieden inzake objectiviteit en onpartijdigheid, en over de nodige arbeidskrachten en technische middelen beschikken. Met name moeten particuliere organisaties vanaf 1 januari 1998 voldoen aan de vereisten van norm EN 45011.

Dat een particuliere groepering aan deze norm voldoet, geeft haar niet ipso facto het recht producten te certificeren met het oog op het gebruik van de beschermde oorsprongsbenaming grana padano. Artikel 10 zegt expliciet dat het de nationale instanties zijn die beslissen over de aanwijzing van de voor elke beschermde benaming bevoegde controlestructuren. Bijgevolg kan de Commissie de Italiaanse autoriteiten er niet toe verplichten elke particuliere organisatie die aan de norm EN 45011 voldoet, te erkennen; de naleving van deze norm houdt namelijk op zich geen enkel recht in.

De Italiaanse autoriteiten hebben de controle op de productie van de genoemde kaas opgedragen aan de particuliere organisatie CSQA (Certificazione qualità agroalimentare).

Het ligt voor de hand dat de benaming grana padano niet mag worden gebruikt voor kaas die niet door CSQA is gecontroleerd, en dat deze kaas bijgevolg niet in aanmerking komt voor de bij Verordening (EG) nr. 2659/94 bedoelde steun.

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2659/94 wordt de steun voor de particuliere opslag van grana padano-kaas toegekend aan natuurlijke personen en rechtspersonen die kunnen aantonen dat zij eigenaar zijn van de in particuliere opslag geplaatste kaas, en die aan de eisen van de genoemde verordening voldoen, met name wat de in artikel 3, onder d), bedoelde verbintenissen betreft.

Als het geachte parlementslid van oordeel is dat niet aan de genoemde eisen is voldaan, dan zou de Commissie graag concrete gegevens ontvangen om dit juridisch te staven, opdat zij zonodig, binnen de grenzen en met inachtneming van de bevoegdheden waarover zij krachtens het subsidiariteitsbeginsel beschikt, de passende procedures kan inleiden.