SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2075/99 van Agnes Schierhuber (PPE-DE) aan de Commissie. Liberalisering in het kader van de WTO-onderhandelingen.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2075/99 van Agnes Schierhuber (PPE-DE) aan de Commissie. Liberalisering in het kader van de WTO-onderhandelingen.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2075/99
van Agnes Schierhuber (PPE-DE) aan de Commissie
(12 november 1999)
Betreft: Liberalisering in het kader van de WTO-onderhandelingen
In het kader van de WTO-millenniumronde moet over verdere liberalisering in de landbouwsector worden onderhandeld. Verdere liberalisering is echter alleen zinvol wanneer deze tot meer welstand van de boeren en de consumenten bijdraagt.
1. Is van de kant van de WTO en/of de Commissie reeds officieel geëvalueerd welke consequenties de landbouwovereenkomst van de GATT-Uruguay-ronde heeft gehad voor de landbouwprijzen en -inkomens in de EU, in Amerika en in de rest van de wereld (evaluaties inclusief het jaar 1999)?
2. Hoe evalueert de Commissie de effecten van de GATT-Uruguay-ronde? Ik verzoek de Commissie de periode 1995-1999 in zijn geheel te beoordelen en niet alleen de uitzonderingsjaren 1995 en 1996. Kan zij bij de evaluatie niet alleen de ontwikkeling van de wereldhandel in cijfers beoordelen, maar hoofdzakelijk kwantiteiten en prijsontwikkelingen op de markten?
3. Heeft de liberalisering de consumenten inderdaad voordeel opgeleverd?
4. Zijn de levensmiddelenprijzen gedaald en met hoeveel?
5. Zijn de veiligheid en de kwaliteit van levensmiddelen als gevolg van het openstellen van de markten en de Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire normen beter geworden?
6. Hoe moet het WTO-panel betreffende het verbod op de invoer van met groeihormonen geproduceerd rundvlees in dit verband worden beoordeeld?
7. Welke relatie bestaat er tussen de uitbreiding van de wereldhandel en de algemene inkomensontwikkeling in de EU en andere WTO-landen, en hoe is een inkomensstijging binnen de bevolking verdeeld?
Aanvullend antwoord van de heer Fischler namens de Commissie
(14 februari 2000)
1. De effecten van de overeenkomst inzake de landbouw zijn door de afdeling voor economisch onderzoek en analyse (ERAD) van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) gesimuleerd op basis van het model global trade analysis project (GTAP), een geautomatiseerd algemeen evenwichtsmodel van de wereldeconomie. Welzijnsverschillen werden uitgedrukt in termen van reëel inkomen en in miljarden dollar (koers 1992). Positieve effecten van de overeenkomst worden verwacht voor de Gemeenschap, de Verenigde Staten, Japan en Oost-Azië. Voorts presenteerde de Wereldbank in 1995 een analyse van de effecten van handelsliberalisering voor goederen en diensten. Ook in dit geval bleken de positieve gevolgen het grootst te zijn voor Japan en de Gemeenschap.
2. Een exacte analyse van de effecten van de Uruguay-ronde van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel (GATT) op de prijzen en de hoeveelheden is echter moeilijk te verrichten; dit komt doordat daarbij een groot aantal externe factoren een rol speelt. De sterke turbulentie op de internationale markt (bijvoorbeeld de crisis in Azië en Rusland) maken het moeilijk de specifieke netto-effecten van de in het kader van de Uruguay-ronde gesloten Overeenkomst aan te duiden en te berekenen. Voor het eerst is daaronder echter de volledige landbouwsector begrepen. De Uruguay-ronde is door sommigen zelfs bestempeld als de intrede van de landbouw in de GATT en is het resultaat van de meest ambitieuze onderhandelingen die tot dusver zijn gevoerd. De juiste tenuitvoerlegging van de overeenkomst totnogtoe wijst erop dat de toepassing van duidelijke en transparante regels op de handel in landbouwproducten bijdraagt tot het afzwakken van de toenemende spanningen tussen handelspartners, wat in de jaren tachtig een negatief effect heeft gehad op de wereldmarkten.
3. In principe profiteert de consument van de liberalisering, doordat de concurrentie op de markt wordt verscherpt, waardoor de keuze tussen verschillende producten en prijzen groter is. De handel in landbouwproducten is in de Gemeenschap weliswaar nog niet volledig geliberaliseerd, toch is met de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid een aanzienlijke inspanning geleverd om een einde te maken aan beleid dat in sterke mate leidde tot verstoring van de handel (van prijsondersteuning tot directe betalingen). De consument profiteert hiervan, aangezien hij niet langer meebetaalt aan impliciete prijsbescherming wanneer hij landbouwproducten koopt. Het aandeel van de landbouwgrondstoffen is in de loop der jaren echter gedaald voor het merendeel van de eindproducten die door de consument worden gekocht.
4. Wat de prijzen op de internationale markten betreft, is het, door het grote aantal factoren dat daarbij een rol speelt (zie 2), moeilijk duidelijk onderscheid aan te brengen tussen de effecten van de handelsliberalisering op prijsontwikkeling en prijsvariabiliteit. Op communautair vlak heeft de vermindering van de prijsondersteuning geleid tot lagere prijzen voor landbouwproducten; deze vermindering leidt ten dele ook tot lagere voedselprijzen (ten dele, omdat de landbouwgrondstoffen slechts een klein deel uitmaken van het voedings-eindproduct).
5. Wij hebben geen informatie over een verbetering of verslechtering van de voedselveiligheid en -kwaliteit door de openstelling van de markten en de Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen. Op de lange termijn zal de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen naar verwachting leiden tot de algemene verbetering van de voedselveiligheid door samenwerking met en verlening van technische bijstand aan de ontwikkelingslanden (artikel 9).
6. Het standpunt van de Gemeenschap, namelijk dat zij het recht heeft strengere beschermingsnormen te hanteren, bijvoorbeeld in vergelijking met de internationale normen van de Codex Alimentarius, is door de beroepsinstantie van de WTO erkend. Ook heeft deze instantie erkend dat een lid van de WTO maatregelen mag nemen die op een wetenschappelijk standpunt van een minderheid zijn gebaseerd. Alle maatregelen moeten gebaseerd zijn op een wetenschappelijke analyse van het risico.
7. Economisch gezien leidt de liberalisering van de handel tot een stijging van het inkomen van producenten en consumenten, en een verhoging van hun welzijn. De producenten profiteren van de grotere markten en de mogelijkheid van specialisatie, terwijl de consumenten de voordelen plukken van lagere prijzen door de sterkere concurrentie. Bij een gelijktijdige en wederzijdse liberalisering van de wereldhandel en concurrerende markten is de verdeling van deze voordelen evenredig met de mate van liberalisering in elk van de landen en voor iedere sector. De verdeling van de toename van welzijn en inkomen, die in een land mogelijk zijn door handelsliberalisering, is ook afhankelijk van het belastingstelsel dat in dit land wordt toegepast.