Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2275/99 van Vittorio Sgarbi (PPE-DE) aan de Commissie. Europese reglementering van speelzalen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2275/99 van Vittorio Sgarbi (PPE-DE) aan de Commissie. Europese reglementering van speelzalen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2275/99

van Vittorio Sgarbi (PPE-DE) aan de Commissie

(13 december 1999)

Betreft: Europese reglementering van speelzalen

Momenteel is de reglementering van kansspelen in de verschillende lidstaten op hun grondgebied zeer verschillend. Zo worden er in Italië geen vergunningen meer gegeven, zodat het aanbod uiterst beperkt is, tegenover een zeer grote vraag, terwijl daarentegen in ALLE buurlanden van Italië, waaronder Slovenië dat binnenkort tot de EU zal toetreden, de wetten inzake kansspelen soepeler zijn, met als gevolg dat er talrijke casino's en speelzalen zijn.

Zeer vele Italianen gaan derhalve naar het buitenland om speelzalen te bezoeken. Dit levert enorme inkomsten op voor de gemeenten of landen waar de kansspelen plaatsvinden, en deze inkomsten worden natuurlijk onttrokken aan de plaatsen van herkomst wegens het ontbreken van voldoende aanbod. Een aanzienlijk deel van deze inkomsten komt uit de zakken van de Italianen die in feite gedwongen worden door de Italiaanse wetgeving om buitenlandse speelzalen te bezoeken.

Kan de Commissie:

- overwegende dat in communautair verband steeds is gestreefd naar harmonisatie tussen de lidstaten van voorschriften die anders grote sociaal-economische onevenwichtigheden zouden scheppen, gezien de grote omzet van de speelzalen, mededelen of zij overweegt een communautaire richtlijn op te stellen die zowel de betrokken ondernemers of instanties als de klanten gelijke kansen biedt ten aanzien van het openen, beheren en bezoeken van speelzalen,

- zo nee, of zij het wenselijk acht een procedure op gang te brengen voor het effenen van de bestaande verschillen in wetgeving door afschaffing van iedere mogelijkheid van concurrentie die is gebaseerd op duidelijke verschillen in reglementering die Italië ten opzichte van de buurlanden sterk benadelen,

- en of zij het wenselijk acht een communautaire richtlijn ter zake uit te vaardigen, teneinde de in de verschillende EU-lidstaten geldende wetgevingen zo spoedig mogelijk te harmoniseren?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(17 januari 2000)

De Commissie vestigt de aandacht van het geachte parlementslid op het bijzondere karakter van kansspelen, die de spelers aanzetten tot geldverkwisting, hetgeen schadelijke gevolgen voor het individu en de samenleving kan hebben. Deze kansspelen zijn dan ook in alle lidstaten op zodanige wijze georganiseerd dat de vraag in deze sector niet verder wordt aangewakkerd, dat misdrijven en fraude worden voorkomen en dat ze niet voor eigen profijt maar alleen om caritatieve, sportieve of culturele redenen worden georganiseerd. Gezien de overwegingen van morele, religieuze of culturele aard in verband met kansspelen, willen de lidstaten deze activiteiten via een systeem van beperkte vergunningen terugdringen.

Hoewel de principes die aan de organisatie van kansspelen ten grondslag liggen ook de toegang van bepaalde economische subjecten tot deze activiteiten beperken, heeft het Hof van Justitie toch geoordeeld dat ze verenigbaar zijn met het beginsel van vrijheid van dienstverrichting overeenkomstig artikel 49 (ex artikel 59) van het EG-Verdrag (zie het arrest van 21 september 1999 in zaak C-124/97), omdat ze gebaseerd zijn op bovengenoemde overwegingen van algemeen belang. Gelet op deze overwegingen dienen de lidstaten ook zelf te kunnen beoordelen welke beperkende maatregelen noodzakelijk zijn om de bescherming te garanderen die zij op hun grondgebied willen bieden.

De Commissie is van mening dat vergelijkbare overwegingen van algemeen belang ten gronde liggen aan de nationale organisatie- en controlesystemen, die dezelfde principes volgen, en stelt vast dat het uitgangspunt van de nationale systemen verenigbaar is met het communautaire beginsel van vrijheid van dienstverrichting. Aangezien er bovendien geen wezenlijke verschillen bestaan tussen de regelgevingen van de verschillende lidstaten, is de Commissie niet van plan om op het gebied van kansspelen afgeleide wetgeving voor te stellen.