SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2409/99 van Manuel Pérez Álvarez (PPE-DE) aan de Commissie. Demografische achteruitgang in de EU.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2409/99 van Manuel Pérez Álvarez (PPE-DE) aan de Commissie. Demografische achteruitgang in de EU.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2409/99
van Manuel Pérez Álvarez (PPE-DE) aan de Commissie
(16 december 1999)
Betreft: Demografische achteruitgang in de EU
De demografische achteruitgang in de EU blijkt uit de verlaging van de geboortecijfers tot niveaus die voor een periode waarin zich geen oorlogen of grote epidemieën hebben voorgedaan ongekend laag zijn: gemiddeld 1,45 kinderen per vrouw. In de zuidelijke landen bedraagt dit cijfer niet meer dan 1,2 (Spanje, Portugal en Italië) of zelfs 0,8 (zoals in Galicië of Noord-Italië, en ook in de Oost-Duitse deelstaten).
Kan de Commissie mededelen of de vergrijzing van de Europese bevolking van nabij wordt gevolgd, en of is voorzien in maatregelen om de demografische groei te stimuleren?
Antwoord van mevrouw Diamantopoulou namens de Commissie
(21 december 1999)
Het geachte parlementslid wordt verwezen naar het antwoord dat de Commissie heeft gegeven op schriftelijke vraag E-1830/99 van de heer Marínos(1).
(1) PB C 170 E van 20.6.2000, blz. 110.