Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2636/99 van Hans-Peter Mayer (PPE-DE) aan de Commissie. Hernieuwbare energiebronnen - plannen van de Commissie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2636/99 van Hans-Peter Mayer (PPE-DE) aan de Commissie. Hernieuwbare energiebronnen - plannen van de Commissie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2636/99

van Hans-Peter Mayer (PPE-DE) aan de Commissie

(12 januari 2000)

Betreft: Hernieuwbare energiebronnen plannen van de Commissie

In hoeveel lidstaten ontvangen producenten van stroom die wordt opgewekt met hernieuwbare energiebronnen nationale subsidies, zoals bijvoorbeeld in Duitsland via het zgn. Stromeinspeisungsgesetz? Op aandringen van de Raad en het Europees Parlement heeft de Europese Commissie een voorstel voor een richtlijn voor de stroomopwekking uit hernieuwbare energiebronnen opgesteld. In dit document wordt bepaald dat wanneer het aandeel van deze uit hernieuwbare energiebronnen opgewekte stroom in de betreffende lidstaat 5 % van het totale stroomverbruik bedraagt, de stroommarkt in de zin van de interne markt vanaf 2010 ook voor de invoer van uit hernieuwbare energiebronnen opgewekte stroom uit andere lidstaten moet worden opengesteld.

Bij deze regeling kunnen twee kanttekeningen worden gemaakt:

1. In Duitsland verlenen banken op het gebied van hernieuwbare energiebronnen gewoonlijk kredieten voor een periode van twaalf tot vijftien jaar. De einddatum van 2010 zou neerkomen op het dichtdraaien van deze kraan en zou ertoe leiden dat kleine en middelgrote bedrijven die gespecialiseerd zijn in hernieuwbare energiebronnen in financiële nood raken. Dat zou volledig in tegenspraak zijn met de gedachte dat hernieuwbare energie moet worden ondersteund.

2. Tegelijkertijd handelt de EU daarmee in strijd met de voorgenomen terugdringing van de CO2-uitstoot.

Kan de Commissie haar standpunt in dezen meedelen?

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(29 februari 2000)

Elk communautair initiatief met betrekking tot een voorstel voor een ontwerp-richtlijn betreffende elektriciteit uit duurzame bron moet twee doelstellingen hebben: ten eerste een aanzienlijke groei van elektriciteitsproductie uit duurzame energiebronnen in alle lidstaten, welke een fundamentele bijdrage vormt tot het nakomen van de te Kyoto aangegane verplichtingen en tot de indicatieve doelstelling, die is uiteengezet in het Witboek inzake duurzame energiebronnen, om het aandeel van duurzame energie in 2010 te verdubbelen van 6 % tot 12 % van het bruto binnenlandse energieverbruik; ten tweede de geleidelijke opneming van elektriciteit uit duurzame energiebronnen in de interne markt voor elektriciteit.

Talrijke organisaties die verschillende duurzame energietechnologieën vertegenwoordigen, hebben de nadruk gelegd op de behoefte aan een stabiele regelgeving. Dit zou de potentiële investeerders en de financiële instellingen opnieuw verzekeren van de levensvatbaarheid van investeringen op lange termijn in installaties voor de opwekking van duurzame energie. In een richtlijn over de bevordering van elektriciteit uit duurzame energiebronnen moet rekening worden gehouden met de noodzaak van een stabiele regelgeving aangaande de verenigbaarheid met de communautaire wetgeving van de in de lidstaten toegepaste steunregelingen.

De Commissie zal binnenkort een besluit nemen over de toekomstige stappen met het oog op een mogelijk voorstel voor een ontwerp-richtlijn.