Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0142/00 van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie. Toelichting bij de aanbestedingsprocedure voor wegenrehabilitatie in Addis Abeba, gefinancierd uit het Europees Ontwikkelingsfonds.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0142/00 van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie. Toelichting bij de aanbestedingsprocedure voor wegenrehabilitatie in Addis Abeba, gefinancierd uit het Europees Ontwikkelingsfonds.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0142/00 van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie. Toelichting bij de aanbestedingsprocedure voor wegenrehabilitatie in Addis Abeba, gefinancierd uit het Europees Ontwikkelingsfonds.

Publicatieblad Nr. 330 E van 21/11/2000 blz. 0090 - 0091


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0142/00

van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie

(31 januari 2000)

Betreft: Toelichting bij de aanbestedingsprocedure voor wegenrehabilitatie in Addis Abeba, gefinancierd uit het Europees Ontwikkelingsfonds

De firma Salini Costruttori SpA, een Italiaanse bouwonderneming die voor de Wereldbank en het Europees Ontwikkelingsfonds in Ethiopië grote wegen- en dijkenbouwprojecten uitvoert, heeft op 6 november 1998 ingeschreven op de openbare aanbesteding voor de aanleg van het traject Addis Abeba/Dessie-Woldiya, dat wordt gefinancierd door het EOF (ET/7020/000-ABA-Tender 4342). De offerte van de n.v. Salini Costruttori alleen voor de partijen 1 en 2 bleek de laagste te zijn (6 822 572 lager dan de tweede).

Het bedrijf heeft aan DG VIII van de Commissie met het oog op de beoordelingsprocedure, overeenkomstig de voorwaarden van de aanbesteding, uitvoerige toelichtingen verstrekt over de uitvoering van het werk en de gebruikte materialen.

Op 22 november 1999 deelde de afgevaardigde van de Commissie, de heer Karl Harbo, echter aan de Ethiopische regering mede dat alleen de tweede offerte volledig conform was en dat partij 2 aan de desbetreffende kandidaat was toegewezen, terwijl partij 1 voorlopig werd ingehouden. In deze nota stond voorts dat aan de opdracht de voorwaarde werd toegevoegd dat de bedrijven geen inert materiaal afkomstig uit rivieren zouden gebruiken. Bovendien werd de cliënt en de door de Commissie betaalde internationale consulent verboden informatie in te winnen bij de bedrijven, hetgeen beschouwd zou worden als een overtreding van de bepalingen die echter iets totaal anders betekenen dan wat in de nota staat. In de nota werd overigens een kortere termijn vastgesteld voor de sluiting van het contract (15 december 1999), waardoor het de n.v. Salini Costruttori moeilijker werd gemaakt om tegen de aanbestedingsprocedure bezwaar aan te tekenen.

Op grond van wat voorafgaat, wilde ik de Commissie de volgende vragen stellen:

1. Om welke redenen heeft de Commissie bij de toewijzing van de opdracht het kostenbeginsel niet gevolgd?

2. Waarom zijn na de aanbestedingsprocedure de mededingingsvoorwaarden gewijzigd door het tweede geklasseerde bedrijf te verbieden inert materiaal uit rivieren te gebruiken, een voorwaarde die eerder niet was opgelegd aan de n.v. Salini Construttori, die al had aangegeven alle technische voorschriften te willen volgen?

3. Waarom heeft de Commissie alleen partij 2 toegewezen, waardoor alle voordelen van het toewijzen van meerdere partijen verloren zijn gegaan?

4. Welke maatregelen wil de Commissie nemen om de regelmatigheid van de aanbesteding in kwestie te controleren?

Antwoord van de heer Nielson namens de Commissie

(10 maart 2000)

Krachtens de artikelen 36 en 37 van Besluit nr. 3/90 van de ACS-EEG-Raad van ministers van 29 maart 1990 tot vaststelling en toepassing van de algemene voorschriften, de algemene voorwaarden en de procedurevoorschriften voor bemiddeling en arbitrage inzake uit de door de Commissie beheerde

middelen van het Europees Ontwikkelingsfonds gefinancierde overeenkomsten voor werken, leveringen en diensten(1), neemt de opdrachtgever/nationale ordonnateur, in overleg met de Commissie, het uiteindelijke besluit over de gunning van de opdracht, overeenkomstig de artikelen 313 en 317 van de Vierde Overeenkomst van Lomé. De Commissie verifieert of de resultaten van de door de nationale ordonnateurs ingediende beoordelingen van de aanbiedingen in overeenkomst zijn met de administratieve en technische bepalingen.

Wat betreft de betrokken aanbesteding en partijen, kan de Commissie bepaalde elementen verstrekken zonder af te wijken van de bepalingen in de bovengenoemde voorschriften en de overeenkomst. Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt loopt de evaluatieprocedure voor partij 1 nog steeds en heeft de opdrachtgever geen enkel besluit genomen betreffende de gunning van de opdracht. Om die reden en overeenkomstig artikel 33, lid 7, van de algemene voorschriften kan daarover geen enkele informatie worden verstrekt. De Commissie heeft inderdaad geverifieerd of de procedure op correct wijze is gevolgd, en heeft voor partij 2 haar instemming gegeven. Zodra de nationale ordonnateur de officiële kennisgeving heeft verricht van de gunning van de partij, en in het kader van bovengenoemde bepalingen en de leden 2 en 3 van artikel 37 van de algemene voorschriften, moet elk verzoek om aanvullende informatie gericht worden aan de opdrachtgever, die als enige gemachtigd is inlichtingen over deze zaak te verstrekken.

(1) PB L 382 van 31.12.1990.