Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0237/00 van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie. Naleving van voorschriften inzake scheepsinspecties.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0237/00 van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie. Naleving van voorschriften inzake scheepsinspecties.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0237/00 van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie. Naleving van voorschriften inzake scheepsinspecties.

Publicatieblad Nr. 330 E van 21/11/2000 blz. 0108 - 0108


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0237/00

van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie

(7 februari 2000)

Betreft: Naleving van voorschriften inzake scheepsinspecties

Welke maatregelen zijn er genomen om erop toe te zien dat alle lidstaten voldoen aan hun verplichtingen krachtens artikel 5 van richtlijn 95/21/EG(1) van 19 juni 1995 om te zorgen dat ten minste 25 % van de schepen die hun havens aandoen, worden geïnspecteerd, en zijn er plannen om het aantal scheepsbouwtechnische inspecties te vergroten, met name van schepen die zijn geregistreerd onder een vlag met een slechte reputatie als het gaat om naleving van internationale verplichtingen?

(1) PB L 157 van 7.7.1995, blz. 1.

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(22 maart 2000)

De Commissie volgt de ontwikkeling op het terrein van de inspectie-inspanning die door de lidstaten wordt geleverd. De wijze van inachtneming van de inspectiedrempel van 25 % van het aantal afzonderlijke schepen dat de havens van de Gemeenschap binnenloopt, bepaald in artikel 5 van Richtlijn 95/21/EG van de Raad van 19 juni 1995 betreffende de naleving, met betrekking tot de schepen die gebruik maken van havens in de Gemeenschap en varen in de onder de jurisdictie van de lidstaten vallende wateren, van internationale normen op het gebied van de veiligheid van schepen, voorkoming van verontreiniging en leef- en werkomstandigheden aan boord (havenstaatcontrole)(1), kan pas worden geëvalueerd aan het einde van een toereikende termijn (minstens één jaar) na de omzetting van de richtlijn in nationaal recht. In dat verband hebben de vertragingen bij de omzetting van Richtlijn 95/21/EG eveneens de evaluatie van de wijze van inachtneming van deze drempel door de lidstaten vertraagd.

Op dit ogenblik zijn de bepalingen van Richtlijn 95/21/EG door alle lidstaten met uitzondering van Italië in intern recht omgezet. Italië is op 24 november 1999 door het Hof van Justitie veroordeeld. Tegen deze lidstaat loopt een tweede inbreukprocedure wegens niet-nakoming van het arrest van het Hof.

De Commissie heeft kunnen constateren dat de drempel van 25 % in de Gemeenschap over het algemeen wordt gerespecteerd. De Commissie heeft in 1999 echter eveneens kunnen constateren dat sommige lidstaten significant onder de drempel van 25 % zaten. Zij is bijgevolg voornemens, indien een dergelijke situatie in het jaar 2000 aanhoudt, inbreukprocedures in te stellen tegen de lidstaten waarvan de bevoegde instantie onder de voorwaarden die zijn vastgesteld bij artikel 5 van Richtlijn 95/21/EG jaarlijks geen totaal aantal inspecties verricht dat gelijk is aan ten minste 25 % van het aantal afzonderlijke schepen dat deze havens in een representatief kalenderjaar is binnengelopen.

Algemeen gezien is de Commissie van oordeel dat het ongeval met de Erika duidelijk heeft gemaakt dat de controles in de havens van de Gemeenschap dienen te worden verscherpt. Daartoe heeft zij een ontwerp-mededeling opgesteld over de veiligheid van olietankers, die onder meer een voorstel omvat tot wijziging van Richtlijn 95/21/EG betreffende de controle van schepen door de havenstaat. De beoogde maatregelen houden rekening met de prestaties van de vlaggenstaten en met de noodzaak meer aandacht te besteden aan constructieaspecten van schepen.

(1) PB L 157 van 7.7.1995.