Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0587/00 van Mark Watts (PSE) aan de Commissie. Het duurzame vervoerbeleid van de Unie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0587/00 van Mark Watts (PSE) aan de Commissie. Het duurzame vervoerbeleid van de Unie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0587/00 van Mark Watts (PSE) aan de Commissie. Het duurzame vervoerbeleid van de Unie.

Publicatieblad Nr. 374 E van 28/12/2000 blz. 0113 - 0114


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0587/00

van Mark Watts (PSE) aan de Commissie

(29 februari 2000)

Betreft: Het duurzame vervoerbeleid van de Unie

Welke opvatting heeft de Commissie over het spanningsveld tussen het verlangen spoedig economisch resultaat te zien van de T-TEN en de zorg voor een juiste aanpak van de milieuproblematiek?

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(13 april 2000)

Volgens artikel 6 (ex-artikel 3 C) van het EEG-Verdrag moeten de eisen inzake milieubescherming in alle aspecten van het beleid van de Gemeenschap worden geïntegreerd, in het bijzonder met het oog op het bevorderen van duurzame ontwikkeling. De integratie van milieuoverwegingen wordt ook gevraagd in het kader van artikel 2 van de communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een Trans-Europees vervoersnet (TEN-T) die in 1996 bij medebeslissing door het Parlement en de Raad zijn goedgekeurd(1). Overeenkomstig die richtsnoeren moet het netwerk worden ontwikkeld om de duurzame mobiliteit van personen en goederen te garanderen, waarbij moet worden gestreefd naar de verwezenlijking van de Gemeenschapsdoelstellingen, met name op het gebied van het milieu en van de mededinging, alsmede om bij te dragen tot een grotere economische en sociale samenhang. Volgens artikel 2 moet de ontwikkeling van het netwerk bovendien met volledige inachtneming van de relatieve voordelen van alle vervoerstakken plaatshebben en moet een optimale benutting van de infrastructuurcapaciteiten mogelijk worden gemaakt.

In de richtsnoeren is 2010 vooropgesteld als datum voor het voltooien van het Trans-Europees vervoersnet. De Commissie werkt met de lidstaten en alle betrokkenen samen om ervoor te zorgen dat dit doel wordt bereikt en dat zodoende voor de burgers en ondernemingen in de Gemeenschap duurzame voordelen op lange termijn worden behaald. Wanneer van toepassing, zijn projecten van gemeenschappelijk belang voor de ontwikkeling van Trans-Europese vervoersnetten onderworpen aan een milieueffectbeoordeling uit hoofde van de communautaire wetgeving. De Commissie heeft ook een voorstel voor een richtlijn over de strategische beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's goedgekeurd(2). De Raad heeft in december 1999 bij de eerste lezing unaniem een politiek akkoord bereikt. De Commissie is van oordeel dat het gebruik van een strategische milieubeoordeling van in de vroegste fases van de nationale planningprocessen, waarbij rekening wordt gehouden met verschillende beleids- en infrastructuurontwikkelingsopties, een aanzienlijke bijdrage kan leveren tot de integratie van vervoer- en milieuoverwegingen en tot het verminderen van de behoefte aan milieusparende maatregelen op het niveau van het project.

De Commissie gaat momenteel na hoe zij deze kwesties het best kan aanpakken in haar verslag over de herziening van de richtsnoeren inzake het Trans-Europees vervoersnet dat deze zomer aan de Raad en het Parlement zal worden voorgelegd.

(1) PB L 228 van 9.9.1996.

(2) PB C 83 van 25.3.1999.