Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0635/00 van Ieke van den Burg (PSE) aan de Commissie. Plannen voor Kinderbetreuungscheck in Karintië.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0635/00 van Ieke van den Burg (PSE) aan de Commissie. Plannen voor Kinderbetreuungscheck in Karintië.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0635/00 van Ieke van den Burg (PSE) aan de Commissie. Plannen voor Kinderbetreuungscheck in Karintië.

Publicatieblad Nr. 330 E van 21/11/2000 blz. 0195 - 0196


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0635/00

van Ieke van den Burg (PSE) aan de Commissie

(3 maart 2000)

Betreft: Plannen voor Kinderbetreuungscheck in Karintië

1. Is de Commissie op de hoogte van de plannen van de gouverneur van Karintië, Jörg Haider, om een maandelijkse kinderbijslag aan Oostenrijkse moeders in Karintië toe te kennen gedurende de eerste zes levensjaren van het kind, als zij thuisblijven om de verzorging op zich te nemen?

2. Is de Commissie niet van mening dat een dergelijke regeling in strijd is met Europese regels met betrekking tot de coördinatie van sociale zekerheid (EEG 1408/71(1) enz.) en dat ze als discriminerend beschouwd moet worden ten aanzien van niet-Oostenrijkse vrouwen en andere ingezetenen van Karintië?

3. Is de Commissie niet van mening dat het uitsluiten van migranten en niet-Oostenrijkers (resp. niet EU-burgers) voor deze kindercheque haaks staat op de Europese traditie dat maatregelen t.b.v. kinderen en kinderverzorging voor alle ingezetenen moeten gelden?

(1) PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2.

Antwoord van mevrouw Diamantopoulou namens de Commissie

(7 april 2000)

De Commissie is attent gemaakt op het voornemen waarnaar het geachte parlementslid verwijst.

Daar de sociale zekerheid niet geharmoniseerd is, staat het iedere lidstaat vrij om alle bepalingen op het gebied van de sociale zekerheid zelf in te vullen, op voorwaarde dat daarbij de wetgeving van de Gemeenschap in acht genomen wordt.

De regelgeving van de Gemeenschap ter coördinatie van de verschillende nationale stelsels op het gebied van de sociale zekerheid is vervat in Verordening (EEG) nr. 1408/71(1) en toepassingsverordening nr. 574/72. De eerstgenoemde Verordening beoogt de hindernissen voor het vrije verkeer van werknemers en hun gezinsleden uit de weg te ruimen en legt daartoe een aantal fundamentele uitgangspunten vast, zoals gelijkheid van behandeling ten opzichte van de eigen onderdanen van een lidstaat, de export van uitkeringen op het gebied van de sociale zekerheid op het grondgebied van de Gemeenschap, de samentelling van verzekeringstijdvakken en de vaststelling van één enkele van toepassing zijnde wetgeving.

Door de genoemde coördinatievoorschriften op het gebied van de sociale zekerheid worden de rechten van migrerende werknemers beschermd, voor zover het daarbij om onderdanen van de Unie of de Europese Economische Ruimte gaat. Tunesiërs, Marokkanen, Algerijnen en Turken die legaal in een lidstaat verblijven, hebben uit hoofde van de akkoorden die tussen hun land van herkomst en de Gemeenschap gesloten zijn eveneens recht op gelijke behandeling op het gebied van de sociale zekerheid. Onderdanen van andere derde landen die op het grondgebied van de lidstaten verblijven, kunnen uit hoofde van de wetgeving van de Gemeenschap geen aanspraak maken op dezelfde behandeling als de eigen onderdanen van een lidstaat. Hieruit volgt dat de Oostenrijkse autoriteiten zich bij de toepassing van de toekennings- en uitkeringsbepalingen uit de nieuwe door haar in te voeren regeling zullen moeten houden aan het non-discriminatiebeginsel op grond van nationaliteit, wat inhoudt dat de onderdanen van de Gemeenschap en de onderdanen uit de vier genoemde landen onder dezelfde voorwaarden van de regeling zullen moeten kunnen profiteren als Oostenrijkse onderdanen.

De Commissie heeft reeds in 1997 voorgesteld om de personele werkingssfeer van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en Verordening (EEG) nr. 574/72 uit te breiden tot onderdanen van alle derde landen die uit hoofde van de wetgeving van een lidstaat verzekerd zijn en legaal op het grondgebied van de Gemeenschap verblijven. Dit voorstel(2) is nog steeds bij de Raad in beraad.

De Commissie heeft voorts onlangs een voorstel ter vereenvoudiging en hervorming van de coördinatievoorschriften voor de sociale zekerheidsstelsels(3) goedgekeurd, dat betrekking heeft op alle personen die uit hoofde van de sociale zekerheidswetgeving van een lidstaat verzekerd zijn en dat dus tevens bescherming biedt voor personen die afkomstig zijn uit derde landen. Uit hoofde van de medebeslissingsprocedure wordt dit voorstel momenteel bestudeerd door het Parlement en de Raad, die het voorstel met eenparigheid van stemmen zal moeten goedkeuren.

(1) Meest recente geconsolideerde versie: Verordening (EG) nr. 118/97 (PB L 28 van 30.10.1997).

(2) PB C 6 van 1.1.1998.

(3) PB C 38 van 12.2.1999.