Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0762/00 van Sebastiano Musumeci (UEN) aan de Commissie. Humanitaire hulp aan de bevolking van Eritrea.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0762/00 van Sebastiano Musumeci (UEN) aan de Commissie. Humanitaire hulp aan de bevolking van Eritrea.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0762/00 van Sebastiano Musumeci (UEN) aan de Commissie. Humanitaire hulp aan de bevolking van Eritrea.

Publicatieblad Nr. 026 E van 26/01/2001 blz. 0107 - 0108


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0762/00

van Sebastiano Musumeci (UEN) aan de Commissie

(13 maart 2000)

Betreft: Humanitaire hulp aan de bevolking van Eritrea

De oorlog tussen Eritrea en Ethiopië, die in mei 1998 is begonnen, heeft aan beide zijden talloze slachtoffers gemaakt en tienduizenden burgers op de vlucht gedreven. De Europese Unie zou tezamen met de Verenigde Naties vastberadener in de regio tussenbeide moeten komen door enerzijds Ethiopië ertoe te brengen het door de OAE uitgewerkte kadervredesakkoord in zijn geheel te accepteren en anderzijds de slachtoffers van het conflict meer humanitaire hulp te bieden.

Aangezien de Europese Unie tot nu toe slechts 40 % van de door de Eritrese autoriteiten gevraagde humanitaire hulp heeft gegarandeerd en de hulpgoederen met veel vertraging aankomen, wilde ik de Commissie vragen:

1. of zij het niet nodig acht de humanitaire hulpverlening aan de oorlogsslachtoffers op te voeren, en

2. welke maatregelen zij heeft genomen of van plan is te nemen om de aanvoer van de hulp te bespoedigen?

Antwoord van de heer Nielson namens de Commissie

(4 april 2000)

Sedert het uitbreken van de vijandigheden en militaire confrontatie tussen Ethiopië en Eritrea is de Commissie, inzonderheid via haar Bureau voor humanitaire hulp (ECHO) zeer actief betrokken geweest bij de verlening van bijstand aan de door de oorlog getroffen bevolkingsgroepen van Eritrea. De Commissie ondersteunt een hele reeks humanitaire activiteiten op het gebied van watertoevoer en hygiëne, aanvullende voeding, verlening van onderdak en verdeling van voedsel en andere goederen. Deze bijstand is vooral zeer belangrijk voor ongeveer 200.000 ontheemden en ballingen die in kampen verzameld zijn.

In 1999 heeft de Commissie ten behoeve van de kwetsbare, door de oorlog tussen Ethiopië en Eritrea getroffen bevolkingsgroepen ter waarde van 9,8 miljoen aan humanitaire bijstand beschikbaar gesteld. Daarvan was 3,5 miljoen bestemd voor Ethiopië en 6,3 miljoen voor Eritrea. De Commissie behoort daarna tot de voornaamste donoren die voor de ontheemden en verbannen bevolkingsgroepen in Eritrea humanitaire hulp levert. De Commissie is zich bewust van de behoefte aan een evenwichtige benadering van de beide landen. Desalniettemin nopen de humanitaire behoeften en omstandigheden in Eritrea tot een meer omvattende vorm van steunverlening.

De Commissie zal op de humanitaire toestand in Eritrea nauwlettend blijven toezien. Indien deze toestand zou verslechteren, dan zal de behoefte aan een aanpassing van het EG-hulpprogramma worden bezien.