Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0873/00 van Alejandro Agag Longo (PPE-DE) aan de Commissie. BTW.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0873/00 van Alejandro Agag Longo (PPE-DE) aan de Commissie. BTW.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0873/00 van Alejandro Agag Longo (PPE-DE) aan de Commissie. BTW.

Publicatieblad Nr. 026 E van 26/01/2001 blz. 0124 - 0124


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0873/00

van Alejandro Agag Longo (PPE-DE) aan de Commissie

(22 maart 2000)

Betreft: BTW

Sedert 31 december 1992 hebben wij in de EU een indirectbelastingstelsel dat als overgangsmaatregel wordt aangeduid. Het Europees Parlement heeft herhaaldelijk gewezen op de noodzaak van een definitief stelsel dat is gebaseerd op het belastingstelsel in het land van oorsprong. Tot op heden zijn er slechts geringe wijzigingen aangebracht in het overgangsstelsel voor de BTW.

De goede werking van de gemeenschappelijke markt vereist een definitief stelsel dat de vrije werking van de markt en aldus een optimale toewijzing van de kredieten niet verstoort. Het blijkt echter dat er in het werkprogramma van de Commissie voor het jaar 2000 geen vooruitzichten in deze richting zijn. Kan de Commissie mededelen of zij nog steeds overweegt een definitief en doeltreffend BTW-stelsel in te voeren en wat de reden is voor deze schijnbare nalatigheid?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(28 april 2000)

De Commissie is het met de geachte Afgevaardigde eens dat alleen de invoering van een definitief BTW-stelsel, gebaseerd op het beginsel van de belastingheffing in de lidstaat van oorsprong, een optimale werking van de interne markt kan waarborgen omdat daardoor de transacties binnen de Gemeenschap en de interne transacties van een lidstaat op dezelfde wijze kunnen worden behandeld. Een dergelijke definitieve regeling, gebaseerd op het beginsel van de belastingheffing aan de bron, voldoet aan de eisen van administratieve eenvoud voor de ondernemers en de belastingadministraties en van doeltreffendheid wat de strijd tegen fraude en belastingontwijking betreft.

Bij de goedkeuring van de overgangsregeling had de Raad de juridische en politieke verbintenis aangegaan om de definitieve regeling binnen een termijn van vijf jaar in te voeren. Om rekening te houden met de bemerkingen van de lidstaten heeft de Commissie in 1996 een mededeling(1) gedaan waarin zij een aangepaste aanpak voorstelde die voorzag in een geleidelijke overgang naar het definitieve stelsel.

Er moet worden toegegeven dat sindsdien geen belangrijke vooruitgang is geboekt in deze richting en dat de voorstellen van de Commissie op het gebied van de BTW algemeen genomen geen resultaat hebben opgeleverd.

Om rekening te houden met deze situatie heeft de Commissie op 29 maart 2000(2) haar goedkeuring gehecht aan het beginsel van een nieuwe strategie die, zonder enigszins afbreuk te doen aan de doelstelling op langere termijn, namelijk een definitief stelsel gebaseerd op het oorsprongsbeginsel, voorrang zal geven aan de verbetering van de bestaande regeling.

De bespreking van de bij de Raad ingediende voorstellen, waarmee wordt gestreefd naar vereenvoudiging en een meer uniforme toepassing van de huidige regels en de aanpassing van het Gemeenschapsrecht aan de eisen van de nieuwe economie, bijvoorbeeld op het gebied van de electronische handel of de postdiensten en het reactiveren en versterken van de administratieve samenwerking op dit gebied, moet op korte termijn opnieuw op gang worden gebracht.

De verwezenlijking van deze doelstellingen zal op langere termijn de voorwaarden creëren voor het bereiken van het uiteindelijke doel, namelijk de overgang naar een definitief BTW-stelsel.

(1) COM(96) 328 def.

(2) SEC(2000) 528.