Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1105/00 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Gevolgen van de blootstelling aan asbest.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1105/00 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Gevolgen van de blootstelling aan asbest.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1105/00 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Gevolgen van de blootstelling aan asbest.

Publicatieblad Nr. 046 E van 13/02/2001 blz. 0125 - 0125


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1105/00

van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie

(7 april 2000)

Betreft: Gevolgen van de blootstelling aan asbest

In West-Europa werd gedurende de jaren '70 het gebruik van asbest verboden. Desondanks zoals een Italiaanse heeft opgemerkt blijven de gevolgen van de blootstelling gedurende de laatste decennia van verschillende groepen werknemers aan asbest toenemen. Het duurt nl. jaren, voordat door de carcinogene werking van asbest een klinisch aantoonbare tumor tot ontwikkeling is gekomen. In de VS, waar asbest ongeveer 20 jaar vroeger dan bij ons is verboden, is de piek van de mesothelioomvorming reeds bereikt. In Europa breidt deze epidemie zich momenteel uit, waarbij wordt voorspeld dat het aantal sterfgevallen ten gevolge hiervan in de komende 20 jaar zal verdubbelen.

Welke maatregelen denkt de Commissie te treffen om deze voorspelling onder ogen te zien en de gezinnen van de getroffen werknemers bij te staan?

Antwoord van mevrouw Diamantopoulou namens de Commissie

(15 juni 2000)

De Commissie deelt de zorg van de geachte afgevaardigde over de gezondheidseffecten van asbest. Er bestaat reeds een belangrijk corpus van communautaire wetgeving dat de bescherming van de gezondheid van de werknemers en het publiek tegen de effecten van asbest beoogt. Met name Richtlijn 83/477/EEG van de Raad van 19 september 1983 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk (tweede bijzondere richtlijn in de zin van artikel 8 van Richtlijn 80/1107/EEG)(1), zoals gewijzigd bij Richtlijn 91/382/EEG van de Raad van 25 juni 1991(2), heeft betrekking op de bescherming van op het werk aan asbest blootgestelde werknemers.

In reactie op de conclusies van de Raad van 7 april 1998 over dit onderwerp(3) stelt de Commissie thans een voorstel tot wijziging van voornoemde richtlijn op om met name de beschermende maatregelen meer te richten op degenen die de meeste risico's lopen, om de opleiding en de voorlichting van de betrokken werknemers te verbeteren, om de grenswaarden voor toelaatbare concentraties in de lucht op de werkplek te verlagen en om de evaluatie van asbestvezels te herzien.

Hoewel Aanbeveling 90/326/EEG van de Commissie aan de lidstaten van 22 mei 1990 betreffende de goedkeuring van een Europese lijst van beroepsziekten(4) naar alle door blootstelling aan asbest veroorzaakte ziekten verwijst, vallen de compensatie voor beroepsziekten en de mogelijke hulp aan de gezinnen van getroffen werknemers onder de bevoegdheid van de lidstaten.

(1) PB L 263 van 24.9.1983.

(2) PB L 206 van 29.7.1991.

(3) PB C 142 van 7.5.1998.

(4) PB L 160 van 26.6.1990.