Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1205/00 van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Raad. Duitse hulp bij de bouw van een laboratorium voor chemische wapens.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1205/00 van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Raad. Duitse hulp bij de bouw van een laboratorium voor chemische wapens.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1205/00 van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Raad. Duitse hulp bij de bouw van een laboratorium voor chemische wapens.

Publicatieblad Nr. 046 E van 13/02/2001 blz. 0145 - 0146


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1205/00

van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Raad

(13 april 2000)

Betreft: Duitse hulp bij de bouw van een laboratorium voor chemische wapens

In antwoord op de schriftelijke vraag E-2386/99(1) deelt de Raad mee dat de door het geachte parlementslid genoemde bronnen niet ter kennis van de Raad zijn gebracht.

De informatiebronnen over

- de Duitse hulp bij de bouw van een laboratorium voor chemische wapens in Turkije,

- het gebruik van chemische wapens door het Turkse leger tegen de Koerdische PKK-beweging en

- de Duitse herkomst (Buck en Depyfag) van door het Turkse leger gebruikte chemische granaatkoppen

werden nochtans vermeld in de inleiding van de betrokken vraag.

Het betreft met name:

- het Duitse Ministerie van Defensie,

- het ZDF-programma Kennzeichen D en

- een onderzoek van de Universiteit van München.

Bovendien wordt in punt 3 en punt 5 van de schriftelijke vraag E-2386/99 letterlijk gesteld dat de Raad door middel van de vraag op de hoogte is gebracht van dit feit (i.c. de bouw van een laboratorium voor chemische wapens en het gebruik van chemische wapens).

1. Zal de Raad alsnog informatie inwinnen bij het Duitse Ministerie van Defensie over de hulp van dit ministerie bij de bouw van een nieuw militair chemisch laboratorium in Turkije?

a) Zo neen, waarom weigert de Raad informatie in te winnen bij het Duitse Ministerie van Defensie over de hulp van dit ministerie bij de bouw van een nieuw militair chemisch laboratorium in Turkije, gezien de mogelijke strijdigheid met het CWC-verdrag?

b) Zo ja, strookt de Duitse hulp bij de bouw van een nieuw militair chemisch laboratorium in Turkije met het CWC-verdrag dat de verdragsluitende partijen, waaronder Duitsland, er onder meer toe verplicht nimmer en onder geen enkele omstandigheid chemische wapens te ontwikkelen, te produceren, anderszins te verwerven, een voorraad daarvan aan te leggen of in bezit te houden, dan wel aan wie dan ook direct of indirect over te dragen?

2. Zal de Raad zich alsnog verzetten tegen de Duitse hulp bij de bouw van een nieuw militair chemisch laboratorium in Turkije, gezien de antwoorden op vraag 1?

a) Zo neen, welke argumenten schuift de Raad naar voren om geen verzet aan te tekenen tegen de Duitse hulp bij de bouw van een nieuw militair chemisch laboratorium in Turkije, gezien de strijdigheid met het CWC-verdrag?

b) Zo ja, op welke wijze zal de Raad zijn verzet kenbaar maken aan de Duitse regering?

(1) PB C 280 E van 3.10.2000, blz. 38.

Gecombineerd Antwoord op de schritftelijke vragen E-1203/00, E-1204/00 en E-1205/00

(10 juli 2000)

Alle lidstaten van de EU zijn partij bij het Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens (CWC).

Bij artikel VIII van het verdrag werd de organisatie voor het verbod van chemische wapens (OPCW) opgericht om de toepassing van de bepalingen van het verdrag, met inbegrip van die inzake de internationale verificatie van de naleving ervan, te waarborgen. Alle landen die partij zijn bij de CWC zijn leden van de OPCW. Dat is de organisatie die moet nagaan of de verdragspartijen de verdragsbepalingen naleven.

De specifieke punten waarvan het geachte parlementslid gewag maakt, zijn niet in de Raad of de Raadsinstanties aan de orde gesteld.