Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1350/00 van Jean-Louis Bernié (EDD) aan de Raad. Vermoeden van loondienst (atikel L 762-1 van de Franse arbeidswetgeving) voor artiesten uit de showbusiness door de Europese Commissie in het geding gebracht.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1350/00 van Jean-Louis Bernié (EDD) aan de Raad. Vermoeden van loondienst (atikel L 762-1 van de Franse arbeidswetgeving) voor artiesten uit de showbusiness door de Europese Commissie in het geding gebracht.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1350/00 van Jean-Louis Bernié (EDD) aan de Raad. Vermoeden van loondienst (atikel L 762-1 van de Franse arbeidswetgeving) voor artiesten uit de showbusiness door de Europese Commissie in het geding gebracht.

Publicatieblad Nr. 081 E van 13/03/2001 blz. 0029 - 0029


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1350/00

van Jean-Louis Bernié (EDD) aan de Raad

(3 mei 2000)

Betreft: Vermoeden van loondienst (atikel L 762-1 van de Franse arbeidswetgeving) voor artiesten uit de showbusiness door de Europese Commissie in het geding gebracht

Frankrijk loopt het risico te worden aangeklaagd voor het Europese Hof van Justitie omdat het weigert het vermoeden van loondienst, dat is verankerd in het Franse wetboek over het arbeidsrecht (art. 762-1), voor buitenlandse artiesten op te heffen.

1. Is dit niet een buitensporige maatregel aangezien de uitsluitende toepassing van dit artikel op Franse artiesten erop neerkomt dat zij in hun eigen land worden benadeeld?

2. Werkgevers die buitenlandse artiesten in dienst nemen, zouden immers geen sociale lasten behoeven te betalen terwijl zij dit wel doen voor de Franse artiesten die zij tewerkstellen.

3. Een zodanige harmonisatie op een lager niveau benadeelt Franse artiesten: betekent het niet dat de doodsklok wordt geluid voor dit specifieke Franse statuut dat artiesten een van de beste regelingen voor sociale bescherming in Europa biedt?

Antwoord

(29 september 2000)

Krachtens artikel 211 van het EG-Verdrag ziet de Commissie toe op de toepassing zowel van de bepalingen van het Verdrag als van de bepalingen welke de instellingen krachtens het Verdrag vaststellen. De Raad kan zich derhalve niet uitspreken over de uitvoering die de lidstaten aan de bepalingen van het Gemeenschapsrecht geven, en dit geldt te meer wanneer die uitvoering het voorwerp is, of wordt, van een procedure voor het Hof van Justitie.