Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1380/00 van Michl Ebner (PPE-DE) aan de Raad. Ondertekening en ratificatie van het CEDAW en het Optional Protocol.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1380/00 van Michl Ebner (PPE-DE) aan de Raad. Ondertekening en ratificatie van het CEDAW en het Optional Protocol.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1380/00 van Michl Ebner (PPE-DE) aan de Raad. Ondertekening en ratificatie van het CEDAW en het Optional Protocol.

Publicatieblad Nr. 072 E van 06/03/2001 blz. 0049 - 0049


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1380/00

van Michl Ebner (PPE-DE) aan de Raad

(5 mei 2000)

Betreft: Ondertekening en ratificatie van het CEDAW en het Optional Protocol

In december 1999 was het aanvullend protocol bij het VN-Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) pas door slechts 23 staten, waaronder 11 EU-lidstaten, ondertekend. Tot dusver hebben Ierland, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk dit protocol nog niet ondertekend. Is de Raad voornemens zich in te zetten voor een zo snel mogelijke ondertekening van het aanvullend protocol door deze staten, zodat niets de ratificatie meer in de weg staat?

Is de Raad voorts voornemens zich ervoor in te zetten dat ook alle kandidaat-lidstaten dit verdrag, met inbegrip van het aanvullend protocol, reeds vóór hun toetreding ondertekenen en ratificeren?

Antwoord

(26 september 2000)

De Raad beschikt over geen enkele bevoegdheid om de lidstaten van de Europese Unie onder druk te zetten opdat zij de instrumenten van de Verenigde Naties snel ondertekenen. Hij constateert evenwel dat het feit dat elf lidstaten een zeer recent protocol reeds hebben geratificeerd, de betrokkenheid van de lidstaten van de Europese Unie op dit gebied al aantoont.

Wat de ondertekening van instrumenten van de Verenigde Naties door kandidaat-lidstaten van de Europese Unie betreft, kan de Europese Unie aangezien deze teksten geen deel van het acquis communautaire uitmaken, de ondertekening van het CEDAW en van zijn aanvullend protocol niet als voorwaarde vooraf voor hun toetreding tot de Unie stellen.

Tot slot herinnert de Raad de Geachte Afgevaardigde eraan dat het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap in artikel 13 (ex artikel 6 A) bepaalt dat de Raad binnen de grenzen van zijn bevoegdheden, na raadpleging van het Europees Parlement, passende maatregelen kan nemen om discriminatie op grond van met name geslacht te bestrijden. Deze bepaling van het Verdrag behoort per definitie tot het geheel van het acquis dat elke kandidaat voor toetreding zal worden geacht in zijn wetgeving over te nemen.