Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1456/00 van Francesco Turchi (UEN) aan de Commissie. Achterstand bedrijvigheid in Toscane.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1456/00 van Francesco Turchi (UEN) aan de Commissie. Achterstand bedrijvigheid in Toscane.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1456/00 van Francesco Turchi (UEN) aan de Commissie. Achterstand bedrijvigheid in Toscane.

Publicatieblad Nr. 089 E van 20/03/2001 blz. 0045 - 0046


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1456/00

van Francesco Turchi (UEN) aan de Commissie

(10 mei 2000)

Betreft: Achterstand bedrijvigheid in Toscane

Het plattelandsontwikkelingsplan van de regio Toscane dat begin juli 1999 is gepresenteerd en dat is opgesteld volgens de instructies van verordening EG 1257/1999(1) en 1750/1999(2) om in de eerste maanden van het jaar 2000 snel te kunnen worden goedgekeurd, is nog niet beantwoord. Dit heeft de provincies in de problemen gebracht: zij weten nog steeds niet hoe het plan er in zijn definitieve vorm uitziet en geven daarom nog geen voorlopige toestemming voor het starten van werkzaamheden. Daardoor zijn de bedrijven die al op 1 januari 2000 zijn aangevangen met werkzaamheden, in financiële problemen gekomen. Kan de Commissie uitleggen waarom er een achterstand is opgetreden die de bedrijvigheid in Toscane afremt?

(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.

(2) PB L 214 van 13.8.1999, blz. 31.

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(14 juni 2000)

Het plattelandsontwikkelingplan van de regio Toscane voor de periode 2000-2006 is bij schrijven van 14 december 1999 bij de Commissie ingediend overeenkomstig artikel 44, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen(1), en is bij schrijven van 30 december 1999 en 26 januari 2000 aangevuld met wezenlijke gegevens met betrekking tot artikel 43 van voornoemde verordening.

Het plan, dat na de laatste aanvullingen compleet is, is officieel door de Commissie op 1 februari 2000 ontvangen. Deze datum geldt als uitgangspunt voor de berekening van de zes maanden waarover de Commissie beschikt om het plan te beoordelen overeenkomstig de bepalingen van artikel 44, lid 2, van voornoemde verordening, zodat het plattelandsontwikkelingplan zo spoedig mogelijk in nauwe samenwerking met de Italiaanse overheid kan worden goedgekeurd.

(1) PB L 160 van 26.6.1999.