SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2148/00 van María Sornosa Martínez (PSE) aan de Commissie. Lozingen in de rio Belcaire in de gemeente Vall d'Uixó (Comunidad Valenciana ‐ Spanje).
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2148/00 van María Sornosa Martínez (PSE) aan de Commissie. Lozingen in de rio Belcaire in de gemeente Vall d'Uixó (Comunidad Valenciana ‐ Spanje).
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2148/00 van María Sornosa Martínez (PSE) aan de Commissie. Lozingen in de rio Belcaire in de gemeente Vall d'Uixó (Comunidad Valenciana ‐ Spanje).
Publicatieblad Nr. 103 E van 03/04/2001 blz. 0073 - 0074
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2148/00
van María Sornosa Martínez (PSE) aan de Commissie
(30 juni 2000)
Betreft: Lozingen in de rio Belcaire in de gemeente Vall d'Uixó (Comunidad Valenciana Spanje)
In de gemeente Vall d'Uixó van de Comunidad Valenciana worden in de rio Belcaire grote hoeveelheden afvalwater geloosd door looierijen die op de oevers zijn gesitueerd en door de gemeentelijke installatie voor behandeling door omgekeerde osmose. Omdat de gemeentelijke autoriteiten niets ondernemen tegen deze milieuproblematiek, heeft de Confederación Hidrográfica del Júcar verschillende klachten ingediend over deze situatie en is momenteel een klacht bij de nationale gerechtelijke instanties in behandeling. Ondanks de bouw van aanvullende installaties voor de behandeling van industrieel afvalwater en gezien de analyses van de gemeente, is ook de behandeling van de voorbehandelingsinstallatie niet volledig en toereikend. De gemeente heeft zelf onlangs een studie gepubliceerd waarin erkend werd dat genoemde lozingen het volgens de geldende wetgeving toegestane zoutgehalte verdubbelden, hoewel er geen melding gemaakt werd van overige vervuilende stoffen dan de chloriden die ook in de rio Belcaire worden geloosd.
Aangezien er bij het Hof van Justitie in Luxemburg reeds een procedure loopt tegen Spanje wegens incorrecte toepassing van deze richtlijn,
Welke maatregelen denkt de Commissie te nemen tegen de Spaanse autoriteiten om ervoor te zorgen dat zij zich houden aan de bepalingen van richtlijn 76/464/EEC(1) betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd?
In verband met de nabijheid van de kern van Vall d'Uixó en het ontoereikende gebruik van zuiveringsinstallaties van afvalwater,
Is de Commissie niet van mening dat sprake is van een overtreding van hetgeen bepaald wordt in richtlijn 91/271/EEG inzake de behandeling van stedelijk afvalwater?
(1) PB L 129 van 18.5.1976, blz. 23.
Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie
(18 september 2000)
Wat de kwestie van de waterverontreiniging door gevaarlijke stoffen in het algemeen betreft, zijn de problemen in samenhang met de tenuitvoerlegging door Spanje van Richtlijn 76/464/EEG van de Raad van 4 mei 1976 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd, de Commissie genoegzaam bekend. Op te merken valt dat Spanje, naar aanleiding van de inbreukprocedure die door de Commissie krachtens artikel 226 (voorheen artikel 169) van het EG-Verdrag tegen deze lidstaat werd ingeleid, door het Hof van Justitie werd veroordeeld(1) wegens het niet ten uitvoer leggen van programma's ter vermindering van de waterverontreiniging door bepaalde in lijst II van de bijlage van Richtlijn 76/464/EEG genoemde gevaarlijke stoffen een verzuim dat in strijd is met het bepaalde in artikel 7 van die richtlijn.
Of Richtlijn 76/464/EEG van de Raad en diverse dochterrichtlijnen daarvan(2) in het onderhavige geval van toepassing zijn, heeft de Commissie op basis van de beschikbare informatie niet kunnen uitmaken. In beginsel zijn lozingen van stoffen van lijst I aan een vergunning onderworpen en dienen de nationale autoriteiten aan te geven welke onder lijst II vallende stoffen in aanmerking moeten worden genomen. Voor de als relevant aangemerkte stoffen van lijst II moeten de lidstaten programma's ter vermindering van de verontreiniging vaststellen, die kwaliteitsdoelstellingen voor de betrokken waterlopen dienen te omvatten.
De Commissie onderzoekt momenteel de maatregelen die door de Spaanse instanties werden vastgesteld en door deze instanties na de veroordeling van Spanje door het Hof van Justitie aan de Commissie werden meegedeeld. Op te merken valt dat die maatregelen onder meer de vaststelling van hydrologische plannen op stroombekkenniveau voor de betrokken binnenwateren betreffen. Overigens werd Wet 29/1985 inzake het water op dit stuk ingrijpend gewijzigd bij Wet 46/1999. De Spaanse autoriteiten hebben voorts recentelijk Real Decreto 995/2000 van 2 juni vastgesteld por el que se fijan objetivos de calidad para determinadas sustancias contaminantes (waarbij kwaliteitsdoelstellingen ten aanzien van bepaalde gevaarlijke stoffen worden vastgesteld). De Commissie hoopt dat deze nieuwe regelgeving een oplossing zal bieden voor specifieke problemen van waterverontreiniging zoals datgene wat in deze schriftelijke vraag aan de orde wordt gesteld.
Wat voorts Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater(3) betreft, moet worden opgemerkt dat agglomeraties waarvan de omvang 15 000 inwonerequivalenten overtreft (inwonerequivalent is de eenheid van organische verontreiniging welke overeenstemt met de gemiddelde verontreiniging die per persoon en per dag wordt teweeggebracht) en waarvan het stedelijk afvalwater in de Belcaire worden geloosd, uiterlijk op 31 december 2000 over opvangsystemen en systemen voor secundaire behandeling (d.w.z. biologische zuivering) dienen te beschikken. De overeenkomstige termijn voor agglomeraties waarvan de omvang begrepen is tussen 2 000 en 15 000 inwonerequivalenten is 31 december 2005. Vanaf begin volgend jaar zal de Commissie voor de belangrijkste bevolkingscentra controleren of deze voorschriften inderdaad worden nageleefd.
Als hoedster van de Verdragen zal de Commissie, gebruik makend van alle middelen waarover zij beschikt, de passende maatregelen treffen om te garanderen dat het Gemeenschapsrecht ook in dit geval onverkort wordt toegepast.
(1) Arrest van 25.11.1998 in zaak C-214/96.
(2) Richtlijn 82/176/EEG van de Raad van 22 maart 1982 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor kwiklozingen afkomstig van de sector elektrolyse van alkalichloriden PB L 81 van 27.3.1982. Richtlijn 83/513/EEG van de Raad van 26 september 1983 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor lozingen van cadmium PB L 291 van 24.10.1983. Richtlijn 84/156/EEG van de Raad van 8 maart 1984 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor kwiklozingen afkomstig van andere sectoren dan de elektrolyse van alkalichloriden PB L 74 van 17.3.1984. Richtlijn 84/491/EEG van de Raad van 9 oktober 1984 betreffende de grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor de lozing van hexachloorcyclohexaan PB L 274 van 17.10.1984. Richtlijn 86/280/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor lozingen van bepaalde onder lijst I van de bijlage van Richtlijn 76/464/EEG vallende gevaarlijke stoffen PB L 181 van 4.7.1986.
(3) PB L 135 van 30.5.1991.