SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2293/00 van James Nicholson (PPE-DE) aan de Raad. Humanitaire hulp aan Zuid-Soedan.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2293/00

van James Nicholson (PPE-DE) aan de Raad

(11 juli 2000)

Betreft: Humanitaire hulp aan Zuid-Soedan

Kan de Raad een verklaring geven naar aanleiding van zijn besluit een einde te maken aan de humanitaire hulp aan Zuid-Soedan en mededelen welk protest hij heeft aangetekend in verband met de beweringen over schendingen van de mensenrechten door de Soedanese regering?

Antwoord

(9 november 2000)

De aandacht van het geachte parlementslid wordt erop gevestigd dat de Raad nooit een besluit heeft genomen tot stopzetting van de humanitaire hulp aan Zuid-Soedan. In een verklaring van het voorzitterschap d.d. 8 maart 2000 heeft de Europese Unie echter uiting gegeven aan haar grote ongerustheid over de voorwaarden die de SPLM/SRRA heeft opgelegd aan de in zuidelijk Soedan werkende NGO's, waardoor vele van deze organisaties zich uit het gebied hebben moeten terugtrekken. De Europese Unie heeft een oproep gedaan tot de SPLM/SRRA om de onderhandelingen met de NGO's zo spoedig mogelijk te hervatten, teneinde de voorwaarden te scheppen waaronder de NGO's hun humanitaire activiteiten vrij en in overeenstemming met het internationaal humanitair recht kunnen voortzetten.

Wat de mensenrechtensituatie in Soedan betreft heeft de Europese Unie de laatste jaren dit punt geregeld te berde gebracht in de Commissie voor de rechten van de mens te Genève alsmede in andere bevoegde instanties van de Verenigde Naties en, sedert november 1999, rechtstreeks met de Soedanese autoriteiten in het kader van de hernieuwde dialoog EU-Soedan. Met name de tot nog toe gehouden vergaderingen in het kader van de hernieuwde dialoog EU-Soedan hebben het mogelijk gemaakt talrijke mensenrechtenkwesties in Soedan op vrijmoedige en constructieve wijze aan te snijden.