Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2382/00 van Sylvia-Yvonne Kaufmann (GUE/NGL) aan de Commissie. Dood van vluchtelingen aan de EU-buitengrenzen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2382/00 van Sylvia-Yvonne Kaufmann (GUE/NGL) aan de Commissie. Dood van vluchtelingen aan de EU-buitengrenzen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2382/00 van Sylvia-Yvonne Kaufmann (GUE/NGL) aan de Commissie. Dood van vluchtelingen aan de EU-buitengrenzen.

Publicatieblad Nr. 081 E van 13/03/2001 blz. 0195 - 0195


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2382/00

van Sylvia-Yvonne Kaufmann (GUE/NGL) aan de Commissie

(7 juli 2000)

Betreft: Dood van vluchtelingen aan de EU-buitengrenzen

1. Hoeveel vluchtelingen zijn in 1999 en in de eerste zes maanden van 2000 dood aangetroffen aan de EU-buitengrenzen, en hoeveel vluchtelingen zijn er gewond aangetroffen? (Graag met onderverdeling per maand, herkomst van de vluchtelingen, vindplaats (land, regio), aard van de verwondingen)

2. Welke maatregelen worden door de Commissie genomen om drama's, zoals de dood van 58 vluchtelingen in Dover, in de toekomst te voorkomen?

Antwoord van de heer Vitorino namens de Commissie

(28 juli 2000)

Het is niet mogelijk om statistische verdelingen te geven van het aantal vluchtelingen die dood worden aangetroffen aan de buitengrenzen van de Europese Unie, omdat dergelijke statistieken niet beschikbaar zijn op communautair niveau. Het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschap (Eurostat) verzamelt noch bezit cijfers hieromtrent.

De Commissie deelt de gevoelens en zorgen naar aanleiding van de tragedie van Dover. Zij is van mening dat deze gebeurtenis op bijzonder dramatische wijze de noodzaak aantoont van een gemeenschappelijk beleid inzake illegale immigratie waarin een evenwicht wordt gevonden tussen de strijd tegen de criminele netwerken die de mensenhandel organiseren, enerzijds en het voorzien in de nodige bescherming voor de slachtoffers hiervan anderzijds.

De Commissie wijst erop dat reeds in de conclusies van de Europese Raad van Tampere van 15/16 oktober 1999 een kader voor een dergelijk evenwichtig beleid is geschetst. Door de Europese Raad en in het Verdrag van Amsterdam zijn duidelijke termijnen bepaald voor de tenuitvoerlegging van deze conclusies. Dienovereenkomstig moet een gemeenschappelijk beleid terzake een mondiale benadering nastreven om duurzame resultaten te boeken. Zoals uitdrukkelijk werd gesteld in de conclusies van Tampere, betekent dit dat de Gemeenschap een nauwer partnerschap met de herkomst- en transitlanden inzake migratiekwesties moet ontwikkelen, een gemeenschappelijke asielregeling moet instellen, moet waarborgen dat onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van een lidstaat verblijven, billijk worden behandeld, en de migratiestromen doeltreffender moet beheren, in het bijzonder door de illegale immigratie bij de wortel aan te pakken, met name door de bestrijding van personen die zich schuldig maken aan mensenhandel en economische uitbuiting van migranten.

Een gedetailleerde lijst van de talrijke acties en initiatieven die uit hoofde van de eerste en de derde pijler gepladn of reeds begonnen zijn, valt duidelijk buiten het bestek van dit antwoord. De Commissie verwijst het geachte parlementslid evenwel naar haar op 24 maart 2000 gepubliceerd scorebord(1), evenals naar de gemeenschappelijke verklaring van de Raad en de Commissie betreffende de gebeurtenissen in Dover, die is afgelegd tijdens de plenaire zitting van het Parlement op 4 juli 2000.

(1) COM(2000) 167 def.