Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2608/00 van Dorette Corbey (PSE) aan de Commissie. Implementatie vogelrichtlijn.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2608/00 van Dorette Corbey (PSE) aan de Commissie. Implementatie vogelrichtlijn.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2608/00 van Dorette Corbey (PSE) aan de Commissie. Implementatie vogelrichtlijn.

Publicatieblad Nr. 136 E van 08/05/2001 blz. 0053 - 0054


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2608/00

van Dorette Corbey (PSE) aan de Commissie

(1 augustus 2000)

Betreft: Implementatie vogelrichtlijn

Op 13 juli 2000 ontving ik bijna 100 000 handtekeningen van burgers die verontrust zijn over de omvang van de vangst van vogels in Frankrijk. Sommige vangstmethoden zijn onnodig wreed en moeten daarom verboden worden. Sommige vangstmethoden (lijmstokken, netten) maken geen onderscheid tussen soorten en moeten daarom gedurende het trek- en broedseizoen verboden worden.

1. Is de Commissie op de hoogte van de wettelijke bepalingen omtrent het vangen van vogels in Frankrijk?

2. Is de Commissie op de hoogte van de omvang van de praktijk van het vangen van vogels in Frankrijk?

3. Is de Commissie van oordeel dat wetgeving en/of praktijk in strijd zijn met de vogelrichtlijn?

4. Welke stappen is de Commissie van plan te ondernemen?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(29 september 2000)

De Commissie is op de hoogte van de regelgeving die van toepassing is op de vogelvangst in Frankrijk voor zover de lidstaten de teksten van de door hen vastgestelde nationale wetgeving moeten meedelen uit hoofde van artikel 18 van Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand(1).

In overeenstemming met artikel 9, lid 3, van Richtlijn 79/409/EEG van de Raad moeten de lidstaten de Commissie jaarlijks informeren over de toegestane afwijkingen op de artikelen 5, 6, 7 en 8. Vogelvangstactiviteiten worden in dit kader gerapporteerd.

De Commissie is van oordeel dat de Franse wetgeving die betrekking heeft op de bescherming van in het wild levende vogelsoorten, alle vogelsoorten beslaat die in overeenstemming met artikel 5 van Richtlijn 79/409/EEG moeten worden beschermd en rekening houdt met alle in dat artikel vastgestelde verbodsbepalingen, met inbegrip van een verbod om, ongeacht de gebruikte methode, opzettelijk de bedoelde vogels te doden of te vangen. Wat de praktijk van de vogelvangst betreft, onderzoekt de Commissie momenteel een aantal klachten over het vermeende misbruik van de afwijkingen in het kader van artikel 9.

Wanneer de Commissie over bewijzen beschikt dat bepaalde vogelvangstpraktijken niet in overeenstemming zijn met de Richtlijn, opent zij normaal een inbreukdossier om alle aantijgingen in het kader van artikel 226 (ex-artikel 169) van het EG-Verdrag verder te onderzoeken.

(1) PB L 103 van 25.4.1979.