Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3049/00 van Jean-Claude Martinez (TDI) aan de Raad. Olifantenjacht in Afrika.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3049/00 van Jean-Claude Martinez (TDI) aan de Raad. Olifantenjacht in Afrika.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3049/00 van Jean-Claude Martinez (TDI) aan de Raad. Olifantenjacht in Afrika.

Publicatieblad Nr. 163 E van 06/06/2001 blz. 0029 - 0029


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3049/00

van Jean-Claude Martinez (TDI) aan de Raad

(29 september 2000)

Betreft: Olifantenjacht in Afrika

Over de voortdurende, onzinnige en wrede jacht op olifanten schijnt helaas nauwelijks iemand zich druk te maken.

Als de slachting onder deze zoogdieren, een van de symbolen van onze planeet, is ingegeven door de handel in ivoren slagtanden, hoe denkt de Raad dan te komen tot een totaal verbod op deze verwerpelijke handel op het gehele grondgebied van de Europese Unie?

Is de Raad voornemens om financiële sancties te treffen tegen landen die deze jacht, een erfenis van archaïsche en barbaarse praktijken uit voorbije tijden, op hun grondgebied blijven gedogen?

Overweegt hij maatregelen te treffen tegen organisaties, reisbureaus e.d. die deze grootschalige slachtingen in Afrika organiseren onder het mom van safari's of de jacht op grootwild?

Antwoord

(12 februari 2001)

De Raad deelt de bezorgdheid van het geachte lid van het Europees Parlement over de handel in ivoren slagtanden en het in stand houden van de Afrikaanse olifant. Hij heeft Verordening (EEG) nr. 3626/82 vastgesteld (vervangen door Verordening (EG) nr. 338/97) (1), houdende toepassing in de Gemeenschap van de overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantesoorten (hierna genoemd de CITES-overeenkomst). De invoer van ivoor van Afrikaanse olifanten voor handelsdoeleinden is sinds 1989 uit hoofde van het Gemeenschapsrecht verboden.

De invoer van jachttrofeeën uit sommige Afrikaanse landen is evenwel toegestaan, aangezien is vastgesteld dat deze beperkte jacht geen schade berokkent aan de betrokken populaties en de opbrengst van de sportjacht gedeeltelijk terugvloeit naar de lokale bevolking en de instandhoudingsautoriteiten. In dergelijke gevallen zijn uitvoerquota van toepassing en moeten de jachttrofeeën, die alleen bestemd mogen zijn voor persoonlijke en niet voor commerciële doeleinden, vergezeld gaan van officiële in- en uitvoercertificaten.

De partijen bij de CITES-overeenkomst kunnen strengere maatregelen nemen om de handel te verbieden, wanneer deze nadelig is voor de instandhouding van de soorten. De exportquota voor trofeeën van olifanten, die door het secretariaat van de overeenkomst vastgesteld zijn, worden als niet nadelig voor de soort en bijgevolg als toereikend beschouwd.

De Raad overweegt momenteel geen maatregelen tegen landen die de jacht toestaan wanneer deze adequaat geregeld is, noch tegen reisbureaus die de jacht aanmoedigen.

(1) PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1.