SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3142/00 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Toestand in Somalië.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3142/00 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Toestand in Somalië.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3142/00 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Toestand in Somalië.
Publicatieblad Nr. 163 E van 06/06/2001 blz. 0043 - 0044
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3142/00
van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie
(6 oktober 2000)
Betreft: Toestand in Somalië
Het gevaar bestaat dat de zojuist afgesloten conferentie van Djibouti, waaraan onder meer niet is deelgenomen door de autonome bestuurseenheden Somaliland en Puntland, leidt tot verdere versplintering en destabilisering van de politieke situatie in Somalië. De de facto erkenning die bepaalde sectoren van de internationale gemeenschap voorstaan als aanzet tot de oplossing van de burgeroorlog in Somalië, kan paradoxaal genoeg het tegenovergestelde effect hebben: namelijk het oplaaien van de strijd in Mogadiscio en de destabilisering van het noorden van het land, waar autonome bestuurseenheden al deze jaren een goede politieke en sociale stabiliteit en een relatief grote veiligheid wisten te handhaven. Deze conclusies kan men trekken uit het feit dat de grote meerderheid van de deelnemers aan de conferentie van Djibouti niet afgevaardigd was door de bevolking en dat geen gevolg is gegeven aan de voorwaarden die de Verenigde Naties waren voorgelegd door de president van Djibouti, te weten isolering van de war lords, deelneming van de burgermaatschappij en uitvoering van het programma genaamd building blocks met een adequate bottom up om te voorkomen dat het programma zou mislukken, zoals reeds twaalf keer eerder was gebeurd. De deelnemers aan de conferentie bestonden uit figuren die al onder het dictatoriale bewind van wijlen Siad Barre hoge posten bekleedden, in een nauwe politieke, strategische en economische alliantie met internationale sectoren van de fundamentalistische islam, die een bepalende rol lijken te hebben gespeeld bij de totstandkoming van de slotconclusies van de conferentie.
Is het de Commissie in dit verband bekend dat het eerste en enige staatshoofd van een soeverein land dat de nieuwe president van Somalië onmiddellijk heeft erkend en aanzienlijke financiële steun heeft toegezegd, de president van Soedan was?
Welke initiatieven zal zij gezien het gevaar voor hernieuwde schermutselingen in Mogadiscio en omstreken en voor een destabilisering van de autonome gebieden Somaliland en Puntland, waar vrede heerst, ontplooien om de vrede te verzekeren en een politiek evenwicht te vinden tussen de verschillende regionale entiteiten, een evenwicht dat bereikt kan worden met een federaal stelsel waarin de autonomie van elk gebied wordt gerespecteerd?
Antwoord van de heer Nielson namens de Commissie
(17 november 2000)
De Commissie staat geheel en al achter de verklaring van 8 september 2000 van het voorzitterschap, namens de Unie, over de recente ontwikkelingen in Somalië.
In deze verklaring wordt de hoop uitgedrukt dat de verkiezing van de heer Abdiqasim Salad Hassan door de Nationale Overgangsvergadering die in Arta bijeenkwam, tot President van Somalië, alsook de recente benoeming van een nieuwe regering, zullen bijdragen aan het herstel van de staat, het behoud van de nationale eenheid en de territoriale integriteit van het land. Voorts is er de bereidheid met de nieuwe Somalische autoriteiten in gesprek te treden en, zodra deze hun autoriteit hebben gevestigd, hun inspanningen te ondersteunen om het land opnieuw op te bouwen, terwijl wordt voortgegaan met steunverlening aan herstelmaatregelen overal in Somalië waar reeds stabiele omstandigheden bestaan, gelet ook op de toestand in Somaliland en in Puntland. Tevens wordt een beroep gedaan op de autoriteiten van Somaliland en Puntland om constructieve betrekkingen aan te gaan met de instellingen die uit het proces van Arta naar voren zijn gekomen, waarbij er tegelijkertijd bij de toekomstige overgangsregering op aan wordt gedrongen om een opbouwende dialoog met deze autoriteiten aan te gaan. Daarbij komt een uitnodiging aan de leiders van de gewapende bewegingen die in de marge van het vredesproces opereren, om zich bij dat vredesproces aan te sluiten. Tenslotte bestaat er de hoop dat de nieuwe Somalische autoriteiten nauwe betrekkingen van vriendschap en samenwerking met alle landen in de regio zullen aangaan.
De Commissie is zich er volledig van bewust dat internationale erkenning van de nieuwe regering van Somalië tijd zal vergen, vooral gezien het mislukken van vele eerdere pogingen om de inrichting van het staatsbestel in Somalië te herstellen.
De Commissie is evenwel van mening dat elk redelijk initiatief hierin steun verdient. De benadering van een vredesdividend ten behoeve van herstel en ontwikkeling, dat met volledige deelneming van de Commissie is ontwikkeld, is er voor ontworpen om internationale bijstand niet alleen relevant te laten zijn voor plaatselijke ondernomen pogingen tot wederopbouw, maar evenzeer voor vredesopbouw en steun aan de burgermaatschappij.
De Commissie moedigt de betrokken partijen er toe aan om via onderhandelingen, en onder het absoluut uitsluiten van geweld, een duurzaam en evenwichtig politiek stelsel te ontwerpen. Zij steunt het besluit van de vredesconferentie van Arta dat een belangrijke plaats gekregen heeft in het overgangshandvest en waarin een federaal systeem is opgenomen, met een aanzienlijke mate van zelfbestuur voor de uiteenlopende entiteiten. De Commissie heeft reeds een studie over decentralisatie in Somalië bekostigd die van grote invloed is geweest op de interne besprekingen over de toekomstige grondwet.