Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3233/00 van Elly Plooij-van Gorsel (ELDR) en Jules Maaten (ELDR) aan de Commissie. Geheimhouding legionellabesmettingen in Europese hotels.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3233/00 van Elly Plooij-van Gorsel (ELDR) en Jules Maaten (ELDR) aan de Commissie. Geheimhouding legionellabesmettingen in Europese hotels.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3233/00 van Elly Plooij-van Gorsel (ELDR) en Jules Maaten (ELDR) aan de Commissie. Geheimhouding legionellabesmettingen in Europese hotels.

Publicatieblad Nr. 151 E van 22/05/2001 blz. 0099 - 0100


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3233/00

van Elly Plooij-van Gorsel (ELDR) en Jules Maaten (ELDR) aan de Commissie

(17 oktober 2000)

Betreft: Geheimhouding legionellabesmettingen in Europese hotels

Uit informatie van de European Working Group for Legionella Infections (EWGLI) blijkt dat de afgelopen vijf jaren 12 000 toeristen een legionellabesmetting in een Europees vakantieverblijf hebben opgelopen. Naar schatting 1 200 van hen zijn aan de gevolgen van deze besmetting overleden.

1. Is het de Commissie bekend dat de nationale gezondheidsinspecties, die lid zijn van de EWGLI de touroperators, die reizen organiseren naar besmette hotels, vaak niet inlichten? Is het de Commissie bekend dat de touroperators op hun beurt hun klanten niet altijd over een besmetting inlichten en de boekingen gewoon door laten gaan?

2. Acht de Commissie het aanvaardbaar dat de informatie van de EWGLI, een met Europees geld gefinancierd instituut, niet de toeristen bereikt voor wie deze informatie letterlijk van levensbelang is? Zo nee, wat denkt de Commissie hieraan te doen?

3. Is de Commissie het met ons eens dat de gegevens van de EWGLI juist openbaar en voor iedereen toegankelijk, in plaats van vertrouwelijk zouden moeten zijn?

Gecombineerd Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie op de schritftelijke vragen P-3211/00, E-3233/00 en P-3239/00

(30 november 2000)

De gegevens die werden toegeschreven aan het surveillanceproject van de European working group for Legionella infections (EWGLI) en die in de Nederlandse krant stonden vermeld, waren een onjuiste extrapolatie van informatie op de EWGLI-website. Het feitelijke aantal gevallen van legionairsziekte in verband met reizen dat door het surveillanceproject van EWGLI is bevestigd, bedraagt een tiende van het aangehaalde cijfer. De juiste informatie is beschikbaar op http://www.ewgli.org/.

De clusters van legionairsziekte in verband met reizen, waarvan melding is gemaakt in het voortgangsverslag(1) over het communautaire netwerk via Beschikking 2000/57/EG van de Commissie van 22 december 1999 betreffende het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen ter voorkoming en beheersing van overdraagbare ziekten in het kader van Beschikking nr. 2119/98/EG van het Parlement en de Raad(2) in het eerste jaar van de werking daarvan, waren geen afspiegeling van de toenemende uitbraken van legionairsziekte. Het EWGLI-surveillancesysteem heeft via zijn netwerk melding gemaakt van clusters sinds 1987 toen het operationeel werd. Deze surveillance laat zien dat het aantal gevallen waarbij Europese ingezetenen bij clusters van legionairsziekte in verband met reizen waren betrokken, de laatste jaren in feite is afgenomen.

Het hoofddoel van het legionellasurveillancesysteem van EWGLI, dat door de Commissie wordt gefinancierd, is de surveillance van ziektegevallen in verband met reizen. Dit maakt de opsporing mogelijk van ziekteclusters waarvan niet zeker is dat zij door nationale surveillance alleen zouden worden opgespoord, om nader onderzoek en preventieve maatregelen mogelijk te maken. Het in verband brengen van ziektegevallen met een nader geïdentificeerde locatie via het surveillancesysteem is een uitgangspunt voor onderzoek door plaatselijke autoriteiten en geen identificatie van de locatie als de eigenlijke besmettingsbron.

Om ervoor te zorgen dat zo snel mogelijk relevante informatie beschikbaar komt, schrijft het surveillancesysteem voor dat de informatie als vertrouwelijk moet worden behandeld en door de deelnemers alleen mag worden gebruikt door het maken van risico-evaluaties en het nemen van preventiemaatregelen. Het beschikbaar stellen van de informatie aan het publiek zou misleidend kunnen zijn gezien de niet te vermijden dubbelzinnige, niet gevalideerde aard van veel van deze gegevens. Zonder de vertrouwelijkheidsregels zou waarschijnlijk minder informatie beschikbaar worden gesteld, wat de doeltreffendheid van de surveillance door het netwerk bij het voorkomen van ziekten zou beperken. De Commissie wil echter de voor het publiek beschikbare informatie verbeteren.

Er zal een communautair programma inzake volksgezondheid worden voorgesteld, waarvan een van de drie hoofddelen de verbetering van de informatie en de kennis voor de ontwikkeling van de volksgezondheid beoogt. Dit omvat de verstrekking van informatie aan het groot publiek over de gezondheidsrisico's. In deze context zal de Commissie nagaan hoe de eisen van vertrouwelijkheid en doorzichtigheid het best met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht.

Het EWGLI-surveillancesysteem plaatst beknopte informatie over het probleem van de legionairsziekte en reizen op zijn publieke website, alsook informatie over preventie ten behoeve van zowel het publiek als hoteliers (http://www.ewgli.org).

Ingevolge de twee uitbraken in 1999 op een Nederlandse bloemenexpo en een handelsbeurs in België is de Commissie thans met de hulp van deskundigen en de lidstaten en het communautair netwerk, opgericht bij Beschikking nr. 2119/98/EG van het Parlement en de Raad van 24 september 1998 tot oprichting van een netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Europese Gemeenschap(3), bezig met het vaststellen van de noodzaak van toekomstige preventieve actie voor legionellose op Europees niveau. De legionairsziekte is reeds in het kader van Beschikking nr. 000/96/EG van de Commissie van 22 december 1999 betreffende de overdraagbare ziekten die geleidelijk door het communautaire netwerk zullen worden bestreken overeenkomstig Beschikking nr. 2119/98/EG van het Parlement en de Raad(4) een prioriteit in het communautair netwerk voor epidemiologische surveillance. De Commissie heeft verbeteringen in de Europese surveillance van de legionairsziekte gesteund door de uitbreiding daarvan tot niet met reizen verband houdende uitbraken in de Gemeenschap en heeft Europese initiatieven gesteund voor de ontwikkeling van technische richtsnoeren voor de preventie en de beheersing van legionellose. De Commissie zal dit in december 2000 met het communautair netwerkcomité verder bespreken en zal eventuele verdere acties voorstellen.

Wat de drinkwaterwetgeving van de Gemeenschap betreft, is Richtlijn 80/778/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water(5) van toepassing. Deze bepaalt dat voor menselijke consumptie bestemd water geen pathogene organismen mag bevatten. De nieuwe drinkwaterrichtlijn 98/83/EG van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water(6) moet vóór 25 december 2000 in het nationale recht worden omgezet en moet vóór 25 december 2003 ten uitvoer worden gelegd. Artikel 4, lid 1, onder a) van deze richtlijn verplicht de lidstaten ertoe ervoor te zorgen dat voor menselijke consumptie bestemd water vrij is van micro-organismen en parasieten en van stoffen die in bepaalde hoeveelheden of concentraties gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren. De Commissie is van mening dat de communautaire wetgeving betreffende de kwaliteit van het drinkwater voldoende bescherming biedt. Er zij op gewezen dat de bron van de legionella-uitbraak in Nederland niet de slechte drinkwaterkwaliteit was, maar een besmette brandslang die werd gebruikt voor het transport van het water voor de stands van de tentoonstelling.

Wat het ontwerp van het referentiedocument voor de beste beschikbare technieken (BAT)(7) betreft, stelt het in de context van de Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC-richtlijn)(8) vijf maatregelen vast die de exploitanten van industriële natte koelsystemen moeten nemen om de biologische groei in deze systemen te beperken. Deze maatregelen worden sterk aanbevolen voor de autoriteiten die vergunningen afgeven voor alle installaties die onder de werkingssfeer van de IPPC-richtlijn vallen. Er is echter nog geen universeel toepasbarebehandeling vastgesteld die tezelfdertijd rekening houdt met de milieu- en gezondheidseisen, en er is meer onderzoek nodig. Evenmin is het thans mogelijk een specifiek niveau van kolonievormende eenheden

(de eenheid waarin de hoeveelheid bacterie wordt gemeten) in samenhang met een bepaald risiconiveau voor te stellen. In het licht hiervan is de Commissie van mening dat de bevoegde autoriteit verantwoordelijk moet blijven voor de bespreking van dit probleem met de exploitant van de installatie en voor de vaststelling van de meer gedetailleerde wijze waarop voornoemde maatregelen moeten worden uitgevoerd, rekening houdend met plaatselijke factoren zoals de locatie van de installatie en de klimatologische omstandigheden.

(1) Voortgangsverslag over het netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Gemeenschap. COM(2000) 471 def. http://europa.eu.int/comm/health/ph/others/network/net03_en.pdf.

(2) PB L 21 van 26.1.2000.

(3) PB L 268 van 3.10.1998.

(4) PB L 28 van 3.2.2000.

(5) PB L 229 van 30.8.1980.

(6) PB L 330 van 5.12.1998.

(7) http://eippcb.jrc.es/.

(8) PB L 257 van 10.10.1996.