Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3307/00 van Jeffrey Titford (EDD) aan de Commissie. De suikerregeling van de Europese Unie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3307/00 van Jeffrey Titford (EDD) aan de Commissie. De suikerregeling van de Europese Unie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3307/00 van Jeffrey Titford (EDD) aan de Commissie. De suikerregeling van de Europese Unie.

Publicatieblad Nr. 151 E van 22/05/2001 blz. 0129 - 0130


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3307/00

van Jeffrey Titford (EDD) aan de Commissie

(17 oktober 2000)

Betreft: De suikerregeling van de Europese Unie

Volgens boze boeren uit Oost-Engeland heeft de Europese Unie een regeling voorgesteld die aan 48 van de minst ontwikkelde landen toegang zal verlenen tot de Europese suikermarkt en dat voor 2,2 miljoen ton per jaar.

De streek die ik vertegenwoordig, produceert ongeveer 70 % van de Britse suiker, goed voor de bevoorrading van vier grote fabrieken in Norfolk en Suffolk.

De boeren stellen dat de voorgestelde regeling van de Europese Unie een vernietigend effect zal hebben op de suikerbietproductie in mijn streek.

Kan de Commissie mededelen hoe zij de gevolgen van de voorgestelde regeling voor de suikerbietindustrie in het oosten van Engeland inschat?

Kan ze me meer bepaald meedelen of zij akkoord gaat met de bevindingen van de heer Kevin Field, directeur van British Sugar, en de heer Adrian Gill, voorzitter van de National Farmers Union (nationale boerenbond), namelijk dat de regeling de volgende gevolgen zou hebben?

1. een onmiddellijke quotaverlaging,

2. een aanzienlijk verlies van werkgelegenheid,

3. een daling van de suikerproductie in het VK,

4. het verlies van één van de weinige betrouwbare wisselgewassen voor akkerbouwers,

5. een waardedaling van de huidige handelsconcessies bij de bestaande ACS-procedures,

6. stijgende EU-uitgaven door interventieaankopen van bietsuiker en ACS-suiker,

7. discriminatie van het VK aangezien veel van de Europese suikerraffinaderijen in dit land zijn gevestigd.

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(16 november 2000)

Het geachte parlementslid doelt op het recente voorstel van de Commissie op handelsgebied voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2820/98 van de Raad houdende toepassing, voor de periode van 1 juli 1999 tot en met 31 december 2001, van een meerjarenschema van algemene tariefpreferenties, teneinde de douanevrijstelling zonder enige kwantitatieve beperking uit te breiden tot producten van oorsprong uit de minst ontwikkelde landen(1).

De Commissie onderkende bij de uitwerking van haar voorstel het gevaar dat de invoer van gevoelige landbouwproducten als suiker zodanig boven het traditionele niveau zou stijgen dat de betrokken marktordening zou worden verstoord. Daarom is het de bedoeling de vrije toegang geleidelijk in te voeren over een overgangsperiode van drie jaar, gedurende welke het effect beter kan worden beoordeeld.

Bovendien worden vrijwaringsmaatregelen voorgesteld die voorzien in een tijdelijke schorsing van de tariefconcessies in geval van fraude, van overtreding van de oorsprongsregels of van een buitensporige stijging van de invoer in de Gemeenschap. Extra waarborgen zullen worden geboden via de oorsprongsregels, en vooral via de voorwaarden inzake de minimale toegevoegde waarde.

De Commissie handelt bovendien in de lijn van haar op de landbouw betrekking hebbende voorstel voor de gemeenschappelijke marktordening in de sector suiker vanaf 1 juli 2001(2), welk voorstel in wezen zorgt voor een adempauze van twee jaar gedurende welke fundamentelere hervormingen zullen worden onderzocht op basis van studies over het functioneren van met name de gemeenschappelijke marktordening voor suiker, maar meer in het algemeen ook van de communautaire levensmiddelenindustrie als geheel.

De potentiële ongewenste neveneffecten waarop het geachte parlementslid de aandacht vestigt, vormen beslist een uitdaging voor het beleid dat de Gemeenschap tot nu toe in de sector suiker heeft gevoerd, en laten zien hoe moeilijk het is om tegenstrijdige beleidsdoelstellingen te doen samengaan. Uiteindelijk heeft de Commissie echter geoordeeld dat over het geheel genomen de potentiële baten van haar voorstel duidelijk groter zijn dan de potentiële kosten voor de Gemeenschap. De Commissie zal de toekomstige ontwikkelingen in de sector suiker echter zeer nauwgezet volgen om passende maatregelen te kunnen nemen zodra dat nodig mocht zijn.

(1) COM(2000) 561 def.

(2) COM(2000) 604 def.