SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3362/00 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Slavenarbeid in India, Nepal en Pakistan.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3362/00 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Slavenarbeid in India, Nepal en Pakistan.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3362/00 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Slavenarbeid in India, Nepal en Pakistan.
Publicatieblad Nr. 163 E van 06/06/2001 blz. 0099 - 0100
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3362/00
van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie
(27 oktober 2000)
Betreft: Slavenarbeid in India, Nepal en Pakistan
Het systeem van horigheid op grond van een schuldcontract, waarin mensen die een lening sluiten als horigen lange uren moeten werken voor weinig of geen loon, is een algemene praktijk in India, Nepal en Pakistan.
Is de Europese Commissie bereid druk uit te oefenen op de regeringen van deze landen om een einde te maken aan deze praktijken? Is dit onderwerp aan de orde gesteld gedurende de multilaterale besprekingen met India, Nepal en Pakistan?
Antwoord van de heer Patten namens de Commissie
(5 december 2000)
De Commissie is zich er zeer goed van bewust dat sociaal achtergestelde en gemarginaliseerde groepen, in het bijzonder meisjes en vrouwen, het meeste gevaar lopen de vorm van werkslavernij te moeten verrichten die door het geachte parlementslid is beschreven.
Dergelijke praktijken vinden gewoonlijk hun oorsprong in de wijdverspreide armoede die bestaande sociale belemmeringen en patronen van etnische en sektarische discriminatie nog versterkt, niet alleen in de landen die het geachte parlementslid noemt, maar ook in heel wat andere landen met wijdverspreide sociale armoede, waaronder ook Europese landen.
Vandaar dat het samenwerkingsbeleid van de Commissie inzonderheid op ontwikkelingsgebied, allereerst en vooral gericht is op armoedebestrijding en het op die wijze responsabiliseren van de groepen die in eerste instantie ten prooi vallen aan de praktijken die het geachte parlementslid heeft geschetst. De Commissie onderhoudt met de drie genoemde landen een actieve dialoog over ontwikkeling en economische samenwerking, gericht op armoedebestrijding, het moderniseren van de economische instellingen en het scheppen van omstandigheden voor passende werkgelegenheid.
De Commissie heeft in India het leeuwendeel van haar ontwikkelingshulp ingezet voor het ondersteunen van een belangrijk regeringsprogramma dat in het eerste tiental jaren van dit nieuwe millennium goed lager onderwijs algemeen toegankelijk wil maken voor alle kinderen in de schoolgaande leeftijd, zelfs in de meest afgelegen dorpen. Algemeen toegankelijk lager onderwijs is van wezenlijk belang in het veranderen van de omstandigheden waarin kinderarbeid, slavenarbeid en horige arbeid bestaanbaar zijn. Voorts verleent de Commissie medefinanciering aan tientallen niet-gouvernementele organisaties die sociale actieprogramma's leiden die bijdragen aan de economische en sociale versterking van de allerarmsten.
In Pakistan zal de Commissie bij de autoriteiten blijven wijzen op kinderarbeid en horige arbeid. De Commissie is de belangrijkste partner in het programma van de Internationale Arbeidsorganisatie inzake de eliminatie van kinderarbeid (IPEC), gericht op de bestrijding van de praktijk van onterende kinderarbeid en horige arbeid door middel van maatregelen ter voorkoming daarvan, onttrekking aan arbeid en reïntegratie. Gedurende een mensenrechtenconventie in april 2000 schetste de Pakistaanse regering een methode om het vraagstuk van de horige arbeid aan te pakken. Zij heeft onlangs een speciaal fonds opgericht voor de opleiding van thans werkende kinderen en de reïntegratie van vrijgemaakte horige arbeiders, een actie die in onze dialoog en in onze programma's voor samenwerking reeds lang waren bepleit.
De Commissie voert thans een diepgaande dialoog met de Nepalese overheid teneinde effectieve programma's vast te stellen die het regeringsdecreet van 17 juli 2000 waarbij de praktijk van horige arbeid werd verboden, ondersteunen.