Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3492/00 van Raffaele Costa (PPE-DE) aan de Raad. Communautaire maatregelen tegen de oorlog in het Midden-Oosten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3492/00 van Raffaele Costa (PPE-DE) aan de Raad. Communautaire maatregelen tegen de oorlog in het Midden-Oosten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3492/00 van Raffaele Costa (PPE-DE) aan de Raad. Communautaire maatregelen tegen de oorlog in het Midden-Oosten.

Publicatieblad Nr. 174 E van 19/06/2001 blz. 0059 - 0060


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3492/00

van Raffaele Costa (PPE-DE) aan de Raad

(13 november 2000)

Betreft: Communautaire maatregelen tegen de oorlog in het Midden-Oosten

Het conflict in het Midden-Oosten heeft zich de laatste weken opnieuw toegespitst, waarbij Israëli's en Palestijnen elkaar naar het leven staan in bloedige en blijkbaar eindeloze gevechten. De Amerikaanse president Clinton en de Secretaris-generaal van de VN Kofi Annan beijveren zich om de kans op vrede in de toekomst veilig te stellen en de strijd te blussen, waarvan Israëli's en in nog sterkere mate Palestijnen het slachtoffer zijn.

Wat denkt de Europese Unie (behalve de loze woorden van Biarritz) concreet te doen om Clinton en Annan bij hun inspanningen terzijde te staan?

Is er in het kader van het MEDA-programma dat lijkt te lijden onder een verlammende bureaucratie ruimte niet alleen voor humanitaire maatregelen maar ook voor structurele? Hoe denkt de Raad ervoor te zorgen dat dit programma en de middelen ervan ingezet kunnen worden als instrument van de vrede?

Gecombineerd Antwoord op de schritftelijke vragen E- 3460/00en E-3492/00

(8 maart 2001)

De Raad blijft een regeling steunen welke tot stand komt via onderhandelingen die op basis van de fundamentele beginselen die in het kader van Madrid en Oslo en eerdere akkoorden zijn opgesteld, worden gevoerd overeenkomstig de Resoluties 242 en 338 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Vanaf het begin heeft de Raad zijn steun gegeven aan het streven van de Verenigde Staten om de onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit nieuw leven in te blazen.

Sinds de aanvang van de confrontaties heeft de EU zich er onafgebroken voor beijverd dat de gewelddadigheden zouden ophouden en de draad van de dialoog op het hoogste niveau weer zou worden opgepakt. De speciale EU-gezant, ambassadeur Moratinos, is vrijwel permanent in de regio gebleven en heeft steeds in nauw contact met de partijen gestaan, om een oplossing van deze crisis te vergemakkelijken. Na de onderhandelingen op 4 oktober onder auspiciën van het voorzitterschap in Parijs, heeft de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger zich naar de regio begeven om het terrein te helpen voorbereiden voor de top die met actieve deelneming van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger op 17 oktober te Sjarm el-Sjeikh is gehouden.

Tijdens deze top, waar de heren Arafat en Barak, alsook de presidenten Clinton en Moubarak, koning Abdallah II van Jordanië, de secretaris-generaal van de VN en de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger aanwezig waren, is besloten een commissie in het leven te roepen die de feiten met betrekking tot het geweld in de Palestijnse gebieden moet vaststellen. De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger zal aan de werkzaamheden van deze commissie deelnemen aan de zijde van de voormalige Turkse president Suleyman Demirel, de Noorse minister van Buitenlandse Zaken, Thornbjøn Jagland, en de voormalige Amerikaanse senatoren George Mitchell en Warren Rudman. Het verheugt de Raad dat de commissie een begin heeft gemaakt met haar werkzaamheden. Hij heeft nota genomen van het besluit van Israël om zijn deelname aan de commissie tijdelijk op te schorten en verzoekt de partijen zo spoedig mogelijk verder te gaan met hun werkzaamheden, waarvan het resultaat, dat aanvankelijk voor eind maart 2001 werd verwacht, een positieve bijdrage aan het vredesproces zou moeten vormen.

De Raad heeft onlangs de nieuwe verordening MEDA II aangenomen. Deze strekt ertoe de inspanningen van de mediterrane partners, met inbegrip van de Palestijnen, voor de hervorming van de economische en sociale structuren te steunen. De MEDA-steun bedraagt 5 350 miljard voor de periode 2000-2006. Deze verordening zal de procedures sterk vereenvoudigen en daarmee de uitbetaling versnellen.

De mogelijkheden tot humanitaire steun vallen eerder onder ECHO, het bureau voor humanitaire hulp van de Europese Commissie. In juli is voor een bedrag aan 8,5 miljoen aan humanitaire hulpacties gefinancierd op de Westelijke Jordaanoever, in de Gazastrook, Libanon, Jordanië en Syrië, en in september is voor een bedrag van 3 545 miljoen bijstand verleend in Zuid-Libanon.

Bovendien steunt de Unie de Palestijnen met belangrijke financiële steunprogramma's buiten het MEDA-programma, met name in het kader van de financiële en technische samenwerking van de Gemeenschap met de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook 1999-2003 (Verordening (EG) nr. 2840/98), de specifieke acties die uit andere begrotingsposten worden gefinancierd, haar bijdrage aan de UNRWA en de bilaterale programma's van haar lidstaten; met dit alles is de Unie de voornaamste donor van het vredesproces.