Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3683/00 van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE) aan de Commissie. Kredieten en uitvoering Cohesiefonds.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3683/00 van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE) aan de Commissie. Kredieten en uitvoering Cohesiefonds.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3683/00 van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE) aan de Commissie. Kredieten en uitvoering Cohesiefonds.

Publicatieblad Nr. 261 E van 18/09/2001 blz. 0004 - 0006


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3683/00

van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE) aan de Commissie

(29 november 2000)

Betreft: Kredieten en uitvoering Cohesiefonds

Kan de Commissie mededelen hoeveel kredieten de afzonderlijke lidstaten hebben ontvangen uit het Cohesiefonds gedurende de programmeerperiode 1994-1999 en wat in elke lidstaat de bestedingsgraad is geweest?

Hoe beoordeelt zij deze bestedingsgraad?

Kan de Commissie mededelen hoeveel kredieten de afzonderlijke lidstaten hebben ontvangen uit het Cohesiefonds gedurende het jaar 2000 en wat in elke lidstaat tot 1 januari 2001 de bestedingsgraad is geweest?

Hoe beoordeelt zij deze bestedingsgraad?

Heeft de Commissie de mogelijkheid om de uitvoering van de Cohesiefondskredieten te corrigeren in landen die deze onvolledig of onjuist besteden?

Bestaat de mogelijkheid om niet-uitgevoerde kredieten over te hevelen naar Cohesiefonds-landen die de hun toegewezen kredieten volledig en correct hebben besteed?

Aanvullend antwoord van de heer Barnier namens de Commissie

(5 april 2001)

Onderstaande tabel laat zien welke kredieten in de periode 1993-1999 zijn toegekend aan de lidstaten die steun uit het Cohesiefonds ontvangen. De bestedingsgraad van de vastgelegde kredieten bedraagt 100 % en alle kredieten die gedurende de voornoemde periode beschikbaar waren, zijn opgebruikt. De besteding door de afzonderlijke lidstaten van de vastgelegde kredieten in de periode 1993-1999 is in overeenstemming met de middelen die aan elk land waren toegewezen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De voor 2000 toegewezen kredieten aan de lidstaten die voor steun uit het Cohesiefonds in aanmerking komen, alsmede de bestedingsgraad daarvan staan in de navolgende tabel.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

In verband met de tijd die nodig was voor de behandeling van de nieuwe projecten die werden voorgedragen voor financiering door het Cohesiefonds in het kader van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds(1), gewijzigd bij de nieuwe Verordeningen (EG) nr. 1264/1999 van de Raad van 21 juni 1999(2) en (EG) nr. 1265/1999 van de Raad van 21 juni 1999(4), heeft de besteding van de kredieten van het Cohesiefonds zich in 2000 noodzakelijkerwijs geconcentreerd aan het eind van het jaar. In december 2000 zijn betalingsverplichtingen aangegaan voor 49 % van de kredieten. Een deel van de kredieten (413,5 mln) kon niet vóór het einde van het jaar worden vastgelegd en zal, overeenkomstig artikel 7 van het Financieel Reglement(3), naar 2001 worden overgeheveld. De Commissie heeft ingestemd met een overschrijding van de aan Ierland toegewezen kredieten om te voorkomen dat kredieten verloren zouden gaan wanneer het op grond van de bepalingen van artikel 7 van het Financieel Reglement niet mogelijk zou zijn om alle, aan het eind van het jaar nog beschikbare middelen over te hevelen naar projecten die eind 2000 ter goedkeuring voorlagen.

Het verschil tussen de bestedingen en de toegewezen middelen bij de afzonderlijke lidstaten die steun uit het Cohesiefonds genieten, zal in 2001 worden rechtgetrokken bij de voorlopige toewijzing aan elk van die landen.

Er zij op gewezen dat in bijlage I bij voornoemde Verordening nr. 1264/99 een indicatieve verdeling is opgenomen van de totale middelen van het Cohesiefonds over de begunstigde lidstaten voor de gehele periode 2000-2006. De Commissie zal alles in het werk stellen om de hand te houden aan deze toewijzingen die een afspiegeling zijn van politieke afspraken welke tijdens de Europese Raad van Berlijn zijn gemaakt. Voorts zij erop gewezen dat met de in 2000 aangegane betalingsverplichtingen en de naar 2001 overgehevelde vastleggingen uit kredieten voor 2000 het toegewezen budget helemaal is opgebruikt. Het is desalniettemin mogelijk om gelden over te hevelen tussen de lidstaten die voor steun uit het Cohesiefonds in aanmerking komen, zodat de beschikbaar gestelde middelen door de begunstigde landen uiteindelijk toch volledig kunnen worden benut.

(1) PB L 130 van 25.5.1994.

(2) PB L 161 van 26.6.1999.

(3) PB L 356 van 31.12.1977.

(4) PB L 161 van 26.6.1999.