SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0270/00 van Paulo Casaca (PSE) aan de Raad. Het functioneren van de interne markt op arbeidsgebied tussen de Europese Unie en Zwitserland.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0270/00 van Paulo Casaca (PSE) aan de Raad. Het functioneren van de interne markt op arbeidsgebied tussen de Europese Unie en Zwitserland.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0270/00
van Paulo Casaca (PSE) aan de Raad
(8 februari 2000)
Betreft: Het functioneren van de interne markt op arbeidsgebied tussen de Europese Unie en Zwitserland
De Europese burger Kosta Parlavanzas heeft mij een grondig gedocumenteerd dossier doen toekomen waaruit blijkt dat Zwitserland sinds 20 à 30 jaar een moedwillig en stelselmatig beleid voert om buitenlandse werknemers te weren en ze na gedane arbeid naar hun land van herkomst terug te sturen zonder de uitkeringen waarop zij recht hebben over te hevelen.
Acht de Raad het mogelijk en wenselijk de betrekkingen tussen de Europese Unie en Zwitserland voort te zetten en uit te diepen, met name in het kader van de Europese Economische Ruimte, hoewel dit land niet eens de minimumregels van de interne markt op arbeidsvraagstukkengebied respecteert?
Antwoord
(10/11 april 2000)
1. Hoewel Zwitserland mee over de EER-overeenkomst heeft onderhandeld, maakt het land geen deel uit van de Europese Economische Ruimte (EER) omdat de meerderheid van het Zwitserse volk zich in 1992 bij een referendum tegen de overeenkomst heeft uitgesproken. Bijgevolg heeft Zwitserland de overeenkomst niet kunnen bekrachtigen, is het land geen lid geworden van de EER en zijn de regels van de interne markt er dus niet van toepassing.
2. De betrekkingen tussen de Europese Unie en Zwitserland worden momenteel in hoofdzaak geregeld bij de vrijhandelsovereenkomst van 1972(1). Deze ter gelegenheid van de eerste uitbreiding van de EEG gesloten overeenkomst heeft uitsluitend ten doel de economische betrekkingen tussen de EEG en Zwitserland de consolideren en uit te breiden, alsmede voor een harmonieuze ontwikkeling van hun handelsverkeer te zorgen.
De Zwitserse Bondsstaat heeft evenwel met verscheidene lidstaten van de Europese Unie overeenkomsten gesloten waarbij bilateraal bepaalde sectorale aspecten van het vrije verkeer van personen en inzonderheid van coördinatie van het socialezekerheidsstelsel worden geregeld.
3. De Raad is van mening dat de beste aanpak om situaties als de door het geachte parlementslid geschetste te vermijden, er juist in bestaat de betrekkingen tussen de Europese Unie en Zwitserland te behouden en te versterken. Te dien einde hebben de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, op 21 juni 1999 met de Zwitserse Bondsstaat een overeenkomst over het vrije verkeer van personen gesloten.
4. Volgens de Raad is het duidelijk dat een nauwer aanhalen van de banden tussen Zwitserland en de Europese Gemeenschap, waarnaar met de ondertekende overeenkomsten wordt gestreefd, een wezenlijke verbetering inhoudt van de situatie van de onderdanen van de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland, aangezien de overeenkomst het vrije verkeer van personen betreft, hetgeen een essentieel aspect van de toekomstige nieuwe betrekkingen met Zwitserland vormt.
5. De Raad van de Europese Unie hoopt dat deze overeenkomst, samen met de overige zes overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat die op dezelfde dag werden ondertekend, zo snel mogelijk in werking kan treden.
(1) PB L 300 van 31.12.1972, blz. 189.