Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0325/00 van Carmen Fraga Estévez (PPE-DE) aan de Commissie. Lijst van vaartuigen die drijfnetten mogen gebruiken.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0325/00 van Carmen Fraga Estévez (PPE-DE) aan de Commissie. Lijst van vaartuigen die drijfnetten mogen gebruiken.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0325/00

van Carmen Fraga Estévez (PPE-DE) aan de Commissie

(11 februari 2000)

Betreft: Lijst van vaartuigen die drijfnetten mogen gebruiken

In haar antwoord van 5 januari 2000 op vraag P-2481/99(1) over de interpretatie van de uitvoering van verordening (EEG) 1239/98(2) wijst de Commissie erop dat alle vaartuigen die gedurende de in de verordening vermelde referentieperiode drijfnetten hebben gebruikt in aanmerking dienen te worden genomen bij de controle op de naleving van het vastgestelde percentage van 60 %.

Volgens de Commissie dient deze verordening, die in wezen tot doel heeft het gebruik van drijfnetten geleidelijk aan af te schaffen, dus op die manier te worden geïnterpreteerd.

- Heeft deze interpretatie van de Commissie niet tot gevolg dat dezelfde schepen tot driemaal toe (één keer voor elk van de drie jaren van de referentieperiode 1995-1997) worden meegerekend bij de opstelling van de basislijst van vaartuigen die drijfnetten gebruikt hebben, om te komen tot een vermindering met 40 % in 1998?

- Kan de Commissie, om dit soort twijfels eindelijk weg te nemen, zoals gevraagd in schriftelijke vraag E-1561/99(3) die niet echt werd beantwoord, de lijst verschaffen van de vaartuigen die in 1995, 1996 en 1997 drijfnetten mochten gebruiken, en de lijst van de vaartuigen die in 1998 en 1999, dus na de inwerkingtreding van bovengenoemde verordening, deze methode mochten toepassen?

(1) PB C 219 E van 1.8.2000, blz. 173.

(2) PB L 171 van 17.6.1998, blz. 1.

(3) PB C 170 E van 20.6.2000, blz. 34.

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(16 maart 2000)

Uit hoofde van Verordening (EG) Nr. 1239/98 van de Raad van 8 juni 1998 tot wijziging van Verordening (EG) Nr. 894/97 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden is het gebruik van drijfnetten voor de vangst van bepaalde vissoorten, met name de over grote afstanden trekkende visbestanden, vanaf 1 januari 2002 volstrekt verboden. In 1998 hebben de lidstaten hun eigen vissersvloot die deze vorm van visvangst mocht toepassen gereduceerd tot 60 % van het aantal nationale schepen dat deze drijfnetten in de referentieperiode 1995-1997 had gebruikt. Sinds 1998 deelt iedere lidstaat jaarlijks de lijst van toegelaten schepen mede.

De Raad is derhalve voornemens de desbetreffende visserijactiviteiten in twee etappes na de referentieperiode 1995-1997 te beëindigen: beperking van de vloot met 40 % vanaf 1998 en volledige afschaffing tegen 2002. Om de sociaal-economische effecten van de afschaffing te ondervangen heeft de Raad de betrokken lidstaten toegestaan om nationale omschakelingsplannen op te stellen.

De berekening van de beperking van 1998 is gebaseerd op de lijsten van de lidstaten met de namen van de desbetreffende schepen voor elk van de drie referentiejaren. Door een vergelijking van de drie jaarlijsten van de lidstaten wordt vastgesteld, welke schepen onder de 40 % vermindering vallen. Het is dus niet mogelijk dat de lidstaten bij de telling hetzelfde schip meermaals in aanmerking hebben genomen.

Bij het opstellen van de lijst van de in 1998 toegelaten schepen heeft iedere lidstaat deze methode toegepast. Zoals al meermaals in antwoorden op schriftelijke vragen van het geachte parlementslid is verklaard beschikt de Commissie niet over bewijzen dat lidstaten zich niet aan de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) Nr. 1239/98 hebben gehouden.

In haar antwoord op de schriftelijke vragen P-1537/99 en E-1561/99(1) heeft de Commissie het geachte parlementslid al meegedeeld hoeveel schepen er in de afzonderlijke lidstaten in de jaren 1995 tot 1997 in aanmerking moeten worden genomen, en hoeveel schepen in de jaren 1998 en 1999 toegelaten waren.

Zoals zij al in haar antwoord op schriftelijke vraag E-2484/99 van de heer Ortuondo Larrea(2) uiteengezet heeft kan de Commissie de lijst met de namen van de betrokken schepen niet publiceren omdat, op grond van artikel 37 van Verordening (EG) Nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid(3), de in het kader van deze verordening verstrekte gegevens vertrouwelijk moeten worden behandeld. De controleautoriteiten van de afzonderlijke lidstaten beschikken echter over de nodige informatie om de nalaving van Verordening (EG) Nr. 1239/98 te waarborgen.

(1) PB C 170 E van 20.6.2000, blz. 34.

(2) PB C 225 E van 8.8.2000, blz. 145.

(3) PB L 261 van 20.10.1993.