Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0398/00 van Hartmut Nassauer (PPE-DE) aan de Commissie. Onderhandelingen van de Europese Unie over de toetreding van de Tsjechische Republiek.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0398/00 van Hartmut Nassauer (PPE-DE) aan de Commissie. Onderhandelingen van de Europese Unie over de toetreding van de Tsjechische Republiek.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0398/00

van Hartmut Nassauer (PPE-DE) aan de Commissie

(15 februari 2000)

Betreft: Onderhandelingen van de Europese Unie over de toetreding van de Tsjechische Republiek

In haar advies inzake de Poolse toetredingaanvraag heeft de Commissie uiteengezet dat Polen de procedure voor de schadeloosstelling van personen wier bezittingen werden onteigend, moet voltooien.

Kan de Commissie mededelen of zij dienovereenkomstige eisen ook aan de Tsjechische Republiek heeft gesteld? Tot op heden heeft er in de Tsjechische Republiek voor dezelfde soort onteigeningen geen schadevergoeding plaatsgevonden.

Gecombineerd Antwoord van de heer Verheugen namens de Commissie op de schritftelijke vragen E-0293/00, E-0294/00, E-0295/00, E-0296/00, E-0297/00, E-0298/00, E-0299/00, E-0300/00, E-0301/00, E-0301/00, E-0302/00, E-0303/00 en E-0398/00

(20 maart 2000)

De toetredingsonderhandelingen met Tsjechië betreffen allereerst de aanvaarding en overname van het acquis van de Europese Unie en het vermogen van Tsjechië om te voldoen aan de voorwaarden voor het lidmaatschap die door de Europese Raad zijn gesteld. Als lidstaat zal Tsjechië alle onderdelen van de wetgeving en het beleid van de Gemeenschap moeten overnemen en uitvoeren, onder andere ook de beginselen van het vrije verkeer van personen en de vrijheid van vestiging. De kwestie die het geachte parlementslid ter sprake brengt moet allereerst in dat verband worden bezien, al spelen uiteraard ook de politieke criteria van Kopenhagen een rol, aangezien die mede betrekking hebben op de bescherming van de mensenrechten en de bescherming van minderheden. De Commissie volgt de ontwikkelingen op deze terreinen in alle kandidaat-lidstaten op de voet.

Het is echter van belang in te zien dat de kwesties die in deze vragen aan de orde worden gesteld betrekking hebben op gebeurtenissen van voor de inwerkingtreding van het EG-verdrag. De zogeheten Bene-decreten spelen daarom bij de toetredingsonderhandelingen geen rol. Bovendien is in artikel 295 (ex artikel 222) van het EG-verdrag bepaald dat het Verdrag de regeling van het eigendomsrecht in de lidstaten onverlet laat. De Commissie kan derhalve niet optreden bij vraagstukken in verband met de teruggave van eigendommen in een huidige of toekomstige lidstaat.

Tsjechië is echter sinds 1992 partij bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. De uitvoering van dat verdrag behoort tot de taken van de Raad van Europa. Vragen betreffende problemen die in dat kader zijn gerezen kunnen daarom het beste tot de Raad van Europa worden gericht.

De Commissie verwijst het geachte parlementslid voorts naar de relevante bepalingen van de Duits-Tsjechische verklaring inzake de wederzijdse betrekkingen van 21 januari 1997.

Om al de hierboven aangehaalde redenen is het voor de Commissie moeilijk een standpunt in te nemen over de specifieke vraagstukken die het geachte parlementslid aan de orde stelt.