SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0429/00 van Ioannis Averoff (PPE-DE), Antonios Trakatellis (PPE-DE) en Christos Folias (PPE-DE) aan de Commissie. Financiering van de plattelandsontwikkeling in Griekenland.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0429/00 van Ioannis Averoff (PPE-DE), Antonios Trakatellis (PPE-DE) en Christos Folias (PPE-DE) aan de Commissie. Financiering van de plattelandsontwikkeling in Griekenland.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0429/00
van Ioannis Averoff (PPE-DE), Antonios Trakatellis (PPE-DE) en Christos Folias (PPE-DE) aan de Commissie
(23 februari 2000)
Betreft: Financiering van de plattelandsontwikkeling in Griekenland
De plattelandsontwikkeling vormt voortaan de tweede pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en steunt juridisch tevens op verordening 1257/1999 van 17 mei 1999(1).
Momenteel onderhandelt de Europese Commissie met de lidstaten over het derde communautair bestek.
In Griekenland, dat een bijzonder grote landbouwbevolking telt ongeveer 20 % van de totale bevolking is de plattelandsontwikkeling een uiterst belangrijke sector die bijzondere aandacht vergt.
Het voorstel van de Griekse autoriteiten voor het derde communautair bestek (CB) voorziet evenwel slechts in een bedrag van 11,87 % (voor landbouw en visserij samen), terwijl voor vervoer maar liefst 36,7 % wordt uitgetrokken. In het eerste CB, toen er nog geen speciale verordening voor plattelandsontwikkeling bestond, bedroeg dit percentage 12,9 % en in het tweede CB 13,7 %. In het derde CB is er dus duidelijk sprake van een aanzienlijke daling.
Kan de Commissie meedelen welke maatregelen ze denkt te nemen om ervoor te zorgen dat de Griekse autoriteiten de nodige aandacht besteden aan de plattelandssector en aan de Griekse landbouwbevolking?
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.
Antwoord van de heer M. Fischler namens de Commissie
(24 maart 2000)
De Commissie wenst de geachte parlementsleden allereerst de verzekering te geven dat plattelandsontwikkeling inderdaad de tweede pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) vormt. Verder zij erop gewezen dat de basisverordening van de Raad voor de plattelandsontwikkeling, Verordening (EG) 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de steun aan de plattelandsontwikkeling door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en betreffende wijzigingen en intrekkingen van een aantal verordeningen, maatregelen omvat die naargelang van het geval door de afdeling oriëntatie of de afdeling garantie van het EOGFL gefinancierd worden.
In de regio's en de lidstaten die onder doelstelling 1 vallen (wat het geval is voor Griekenland), zullen de maatregelen in het kader van bovengenoemde verordening worden medegefinancierd uit twee bronnen: sommige uit de EOGFL-garantie, andere uit de EOGFL-oriëntatie.
Uit de programma's die reeds door de Griekse autoriteiten voor financiering aan de Commissie voorgelegd zijn, blijkt dat de specifieke programma's voor plattelandsontwikkeling (medegefinancierd door de twee afdelingen van de EOGFL) voor de periode 2000-2006 tot 2 600 miljoen drachme belopen (prijs van 1999), d.w.z. 16 % van het totaalbedrag van alle ontwikkelingsprogramma's samen die door de Gemeenschap gefinancierd zullen worden via het communautair bestek (CB), het Cohesiefonds en het EOGFL-garantie.
Ten slotte dient ook vermeld te worden dat het Griekse platteland en landbouwbevolking naast de steun uit het EOGFL bijstand zullen ontvangen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds en het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV). Deze fondsen, die transregionale, regionale programma's en programma's voor landelijke gebieden financieren, hebben een rechtstreekse en gunstige invloed voor de situatie van de plattelandsbevolking.