SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0908/00 van Isidoro Sánchez García (ELDR) aan de Raad. Referendum in de Westelijke Sahara.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0908/00 van Isidoro Sánchez García (ELDR) aan de Raad. Referendum in de Westelijke Sahara.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0908/00
van Isidoro Sánchez García (ELDR) aan de Raad
(24 maart 2000)
Betreft: Referendum in de Westelijke Sahara
Op 29 februari 2000 hechtte de VN-veiligheidsraad zijn goedkeuring aan een resolutie over de Westelijke Sahara naar aanleiding van het vredesplan voor dit gebied, dat door beide betrokken partijen, het Koninkrijk Marokko en de Democratische Republiek Sahara, werd goedgekeurd en ondertekend. Hierin is bepaald dat een referendum zal worden gehouden om over de toekomst van het gebied te beslissen.
Is de Raad, via de Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, voornemens om de deelname aan het toezicht en de follow-up in kwesties die verband houden met de toekomst van de Westelijke Sahara, en met name het referendum, op te nemen in zijn werkprogramma, temeer omdat deze kwesties van rechtstreeks belang kunnen zijn voor een aantal regio's van de Europese Unie?
Antwoord
(10 juli 2000)
De Raad volgt kwesties die van belang zijn voor de toekomst van de Westelijke Sahara op de voet. De inspanningen die de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, zijn speciale vertegenwoordiger voor de Westelijke Sahara en zijn persoonlijke gezant, James Baker, zich hiervoor getroosten, hebben de volle steun van de Raad. De Raad is bereid aan dit proces bij te dragen en een klimaat van vertrouwen tussen de betrokken partijen te helpen creëren teneinde een oplossing te vinden die voor alle betrokken partijen in de regio aanvaardbaar is, en gebaseerd is op de eerbiediging van de mensenrechten en de democratische beginselen.
De Raad neemt nota van de opmerking in het jongste rapport van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties dat het beoogde tijdschema niet langer geldig is, en dat de datum voor het referendum op dit tijdstip nog niet met zekerheid kan worden vastgesteld. De Raad staat positief tegenover het voornemen van de secretaris-generaal, die zijn persoonlijke gezant zal vragen na te gaan hoe men tot een spoedige, duurzame en overeengekomen oplossing van dit geschil kan komen. Voorts steunt de Raad het door de heer Baker genomen initiatief tot rechtstreekse onderhandelingen en is hij ingenomen met de eerste vergadering op 14 mei te Londen.